i'!' 139 VAN OMSTREEKS 1550 TOT 1650 I en 2 1600. Bijna twintig jaar lang ontbreekt het ons over de huizen aan den Westkant van 't Buitenhof aan bericht. Ih 1600 blijkt Anneken Jolijt nog altijd op den hoek van de Halsteeg te wonen. Ze zal nu wel oud zijn. Minder vervallen echter dan haar huisje met zijn „oudt rietdack, zeer laech hangende aen de Oostzijde." Er loopt veel volk onder langs, want er is veel passage van menschen, die van de Markt en de Hoogstraat naar het Buiten en Binnenhof gaan. Het rieten dak loopt dus groot gevaar „vande voncken, wayende vande flambaeux off fackelen, die des avonts ende nachts inde winter in meenichte beneffens tselve huysken gedragen werden tot dienste vande Heeren, daer voorbijgaende”. Anneken verzoekt dus, het huis te mogen dekken met een pannen dak en het tevens met een verdieping („vierkant” heet dat, of „vierkante bovenkamer”) te mogen verhoogen. Het bestek is ge maakt en het werk kost 300 gld. Zij vraagt daarvan vergoeding „soo wanneer de ghifte, die sy aent voorsz. huysken heeft, sal commen te cesseren”. Het wordt haar toegestaan bij consent van II Sept. 1600 (161, 336). 48/50 1604. In 1604 treffen wij op den anderen hoek van de Halsteeg Ijsbrand Arendsz. aan, die, aan het eind van de steeg, op de Markt, „het Vosken" bewoont. Hij is wie twijfelt er aan? 4 en 5 1581. Zooals blijkt uit de acte, hiervoren sub 6/8, 1581, aan gehaald, lag de Hoefsmederij naast den ouden pastoorshof, als derde in het rijtje, dat zich uitstrekte van de Halsteeg tot in den N.W.-hoek. Er is geen reden, om aan te nemen, dat ze daar niet al van oudsher gelegen had. Hoefsmid was, we zagen het, diezelfde Arend Jansz., die in 1577 om een winkeltje tegen den muur van meester Anthonis, doctoor, had gevraagd. De Hoef smederij zal een oud complex zijn geweest, zooals ook de Sloten makerij, waar in 1580 Claes Allertsz. zijn voorganger Andries de smid was opgevolgd. In datzelfde jaar was van het complex van het Smidshuis een stuk af gesplitst. Van iets dergelijks mer ken we niets bij de Hoefsmederij. In den loop van de jaren, trou wens, zou deze in belangrijkheid winnen, want Prins Maurits is een geweldig liefhebber van paarden geweest, de diverse stallen waren dus overbevolkt en bij den Hoefsmid zal het drukke nering geweest zijn.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 154