141 VAN OMSTREEKS 1550 TOT 1650 Zeeland”; 5. boomen, staande vóór deze vensters, zoo opsnoeien, dat het licht niet gehinderd wordt (163, 55). 1 en 2 1607. Weer springen wij over naar den anderen hoek. Anneken Jolijt is gestorven, maar de gift van haar huis is op haar dochter, Lowijsgen Evert Sandersdr., overgegaan. Deze is getrouwd met Pieter Jansz., kleermaker als Evert Sanders. In 1607 wendt Pieter Jansz. zich tot Prins Maurits en vraagt, in geval van voorover lijden van zijn vrouw, voor zich en zijn dochter Aaltje, het huis te mogen blijven bewonen. Bij apostille van 8 Aug. 1607 staat de Prins dit toe (208, bijl, bij acte 16 Apr. 1626). 1608. In 1608 vraagt Pieter Jansz., den zolder en de vloeren in ’t „keuckentgen ende voorhuysken” te mogen vernieuwen. Bij advies van 3 Juli verklaart de Rentmeester Generaal, dat dit noodig is en bij apostille van 17 Juli 1608 wordt goedkeuring verleend (200, bijlage bij acte 14 Febr. 1609; advRG met apos tille: 386). 1609. Het werk heeft gekost 122 pd., 17 sch.; het werk in 1600 door Pieter Jansz's schoonmoeder verricht (nieuwe verdieping en pannendak), 428 pd., 13 sch., 6 p., samen 551 pd., 10 sch., 6 p. Hij vraagt restitutie bij het ophouden van de gift. Accoord: de helft op het oogenblik, waarop de gift ophouden zal, de andere helft een jaar daarna. Consent van 14 Febr. 1609 (163, 263; mn, rk en advRG 200). 3 1608. Na 1578 zwijgt de Rekenkamer over Coenraet de Rechtere en zijn huis. In 1601 is hij gestorven. In dat jaar ook wordt hij door zijn schoonzoon Adriaen Duyck als Secretaris van de Staten van Holland opgevolgd. (Res. St. v. Holl, van 26 Oct. 1601). Maar zijn weduwe blijft wonen in het huis aan het Buitenhof. We treffen er haar aan in 1608 (KI. 6, 808). 4 en 5 1609. Meester Arent Jansz., Hoefsmid van 't Hof, is gestorven. Als zijn opvolger is benoemd Hubrecht Jacobsz., aan wien dus de woning en Hoefsmederij aan het Buitenhof is toegewezen, hoewel hij moet dulden, dat de weduwe van zijn voorganger er (jaar intrek blijft houden. Hij vraagt nu, 't een en ander te doen verbouwen. Zijn gezin is groot en hij heeft in het heele huis maar één schoorsteen. Hij vraagt dus een tweeden schoorsteen in de plaats van een koolput en bakoven, die geheel vervallen zijn. Ook

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 156