142 HET BUITENHOF van de zijn bewaard gebleven. De Reken- 16 Mei 1609, maar Hubrecht Jacobsz. zal zelf de -kosten moeten betalen. Ze zullen hem of zijn erfgenamen worden gerestitueerd bij het ophouden k en advRG 200). 48/50 1611. Van het begin af aan hebben de beschikbare gegevens voornamelijk op de twee hoekperceelen ter weerszijden van de Halstraat betrekking. Dat van van Rijsbergen is, op het in 1606 getimmerde waschhuisje na, nog altijd een leeg erf en tegen den muur langs het Buitenhof liggen nog altijd de beide winkeltjes aan. Maar van Rijsbergen heeft zijn moeder in huis, zijn gezin breidt zich uit, zijn kinderen Worden grooter en hij besluit in den tuin aan het Buitenhof een afzonderlijk huisje voor zijn moeder te bouwen. Hij heeft er vergunning van de Rekenkamer voor noodig en dient een rekest in. Op 10 Maart 1611 wordt dit voor advies in handen gesteld van den Rentmeester Geheraal, die 12 Maart adviseert. Maar plotseling komt er wijziging in dit plan. Het maakt plaats voor een veel grandiozer opzet. Graaf Johan Ernst van Nassau heeft met van Rijsbergen con tact gezocht. Hij is een kleinzoon van Graaf Jan den Oude (broer van Prins Willem, bij wien Prins Maurits zijn kinderjaren heeft een „klein kelderken” heeft hij noodig. De Rentmeester en de „con- trerolleur” van den Hove, Pieter Gillisz. (die aan den Z.-kant van ’t Buitenhof woont) nemen samen den toestand eens op en concludeeren, „dat die zelve huysinge geheel doot bewoont is ende notel. de handt moet hebben." Twee bestekken, één voor het metselwerk van 175.— en één voor het timmerwerk van 85.— worden opgemaakt en kamer gaat accoord bij acte van gift (163, 297; mn, rk 1 en 2 1610. Aan Pieter Jansz. is geen lang leven beschoren geweest. In 1609 echter, vóór zijn dood, heeft hij onder het keukentje nog een kelder laten maken en op ’t Buitenhof, vóór het huisje, een glinting en een pomp. Kosten: 179 pd„ 7 penn. Zijn we duwe, Lowijsgen Sanders, vraagt nu, dat bij ’t ophouden van de gift haar opvolgers verplicht zullen zijn, haar dit te res- titueeren. De Rekenkamer meesmuilt. Het werk is zonder consent verricht. Daarenboven staat er al 551 pd., 10 schell., 6 penn. op het huis. Ze willigt het verzoek dus slechts in voor de helft. Daarenboven zal de restitutie geschieden een jaar na de betaling van de groote som (164, 17; mn, rk en advRG 200).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 157