147 VAN OMSTREEKS 1550 TOT 1650 1 en 2 1626. Goed voorgaan doet goed volgen. Ook het buurhuis, oud tijds van Anneken Jolijt, weduwe Sanders, nu van Aaltje Pieters, haar kleindochter, wordt op de rooilijn van de bottelrie van Nicasius Hanneman gebracht. Aaltje Pieters, getrouwd met Pieter Balde, zijdekramer, heeft op 16 Januari 1626 van Prins Frederik Hendrik de toezegging gekregen, dat zij het huis na den dood van haar moeder, Lowijsgen Sanders, die bij haar inwoont, zal mogen blijven bewonen (het rekest aan den Prins en diens apostille zijn nog aanwezig). Maar het is leelijk en vervallen, met een oud rietdak, gevaarlijk voor brand, vooral omdat dagelijks daaromtrent Holland, requestreert in 1626 in haar plaats. Nieuwe meesters stel len nieuwe eischen. Het huis beantwoordt niet meer aan de ver langens van den modernen tijd. Het is oud en moet worden ver nieuwd. Hanneman wenscht de gelegenheid waar te nemen, om het in één rooilijn te brengen met het door Ijsbrand van Rijsbergen gezette, nu aan zijn weduwe toebehoorende huis. Maar zóóveel krijgt hij niet gedaan. Eén enkele blik op den plattegrond van den Heer ter Meer Derval geeft er duidelijk blijk van: ook daar nog steekt (evenals trouwens in onzen tijd) de hoek, waar van Rijs bergen gebouwd heeft, een niet onaanzienlijk stuk verder naar het Buitenhof uit dan de huizenrij aan den anderen kant van de steeg. Maar Hannemans huis heeft een uitbouw, dat „de bottelrie” wordt genoemd. Hij krijgt nu permissie, het heele huis tor op de hoogte van die bottelrie naar voren te brengen. Onder een dubbele voor waarde, weliswaar. Eén ervan heeft hij zichzelf oj den hals ge haald. Hij heeft, in zijn rekest, hoog opgegeven van ’t „groot cieraet ofte ornement vant hoff”, dat van zijn timmeragie het gevolg zal zijn. Maar dat niet alleen. Ze zal ook strekken „tot beneficie van de buyren". Vóór zijn huis, zelfs een heel eind daarvóór, staat een groot hek (een hooge glinting), dat voor hen nogal hinderlijk is. Zelf vestigt hij er de aandacht op! Krijgt hij het gevraagde consent, dan is hij bereid, dit enkele voeten naar 't westen te verplaatsen, in dezelfde rooilijn als de stoep en glinting van Elisa beth van Rijsbergen. Nu, echter, moet hij dit hek aanzienlijk verder naar achteren brengen en wel tot op de rooilijn, niet van de glin ting, maar van den voorgevel van 't huis aan den anderen kant van de steeg! Daarenboven, we zagen het, loopt vóór de huizenrijen van het Buitenhof langs een geplaveide strook. Die moet hij nu, vóór zijn eigen huis, doen verbreeden. Acte van 16 April 1626 (167, 52 v°; mn en rk 208).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 162