GESCHIEDENIS VAN DE HUIZEN
8
u
hij nog nergens
Haag.
Op 4 October 1697 bewoog zich over den Vijverberg
een zeldzame stoet. Oostersche vorsten in schitterende
kleeding, op hun mooie rossen. Russische Generaals in
hun vergulden koetsen, kozakken enz., te zamen 270
personen in Oostersche pracht, vormden het Gezantschap
van den Tzaar van Rusland.
van Branden-
met Prinses Louise Henriette van
Frederik Hendrik en Amalia van
en een Brandenburgsche lijfwacht
500 musketiers voorbij, toen hij naar
,,In *t midden van den Bergh staan drie rijen boomen
daer hitte van de son, noch regen door kan komen
Daar hoort men boven 't hooft de nachtegalen queelen,
die met een soet gefluijtons hert en ooren streelen.”
Maar ook de huizen worden geroemd en zegt van der
Does:
„Zoo zijn ’t tot aan den hoek uitmuntende gebouwen”
Maar niet alleen droevige tafereelen als o.a. de ver
moording van de Gebroeders De Witt op 12 Augustus
1672, konden gadegeslagen worden door de bewoners
van den Vijverberg, ook vaak was er vreugde en wer
den familieleden en vrienden uitgenoodigd om de fees
telijke optochten te zien, die voorbij de huizen trokken.
In November 1646 toog de Keurvorst
burg, die verloofd was
Oranje, dochter van i
Solms, met zijn gevolg
van 100 ruiters en
het Binnenhof ging waar zijn toekomstige gemalin hem
van het balcon begroette.
In 1600 werden langs den Vijverberg kanonnen opge
steld ter eere van Karel II, die op weg naar Engeland
in Den Haag vertoefde. Voor deze gelegenheid hadden
de Staten-Generaal 3 millioen gulden uitgetrokken en
dat hij het goed gehad heeft, blijkt uit het gezegde, dat
hij nog nergens zoo goed gesoupeerd had als in Den