HET BUITENHOF
154
45
1611. Al heeft ook de Rekenkamer Hendrik van Gelder c.s. den
eisch gesteld, dat bij het overtimmeren van de Beek de vensters en
de deur van het huis van meester Huybrecht, den Hoefsmid, vol
komen vrij moeten worden gehouden, deze klaagt er toch over, dat
hij zijn uitzicht kwijt is geraakt. Ter compensatie stelt hij voor, door
het zetten van een „muurken”, zijn huis in de rooilijn van den
nieuwen stal te mogen brengen. Wat hem den lOden Juni wordt
toegestaan (164, 131; mn, rk en advRG 201).
1626. Nadat de Hoefsmid van den Hove, Hubrecht Jacobsz.,
gestorven is, is zijn weduwe hertrouwd met Albrecht Berckman,
zwaardveger (is wapensmid). Deze woont nu met zijn huisvrouw
in het huisje naast den stal. Maar het is niet geschikt, om er zijn
handwerk in uit te oefenen. Daarenboven zakt het naar één kant
weg. Berckman wil nu het „muurken” aan den voorkant optrekken
tot een volledigen gevel en het huis dus vergrooten. Wel wordt
daarmee een venster in den zijwand van den stal dichtgemaakt,
maar dit wordt weinig gebruikt. Het blijkt dan ook geen bezwaar
op te leveren en op 4 Mei 1626 krijgt Berckman consent (167, 61;
mn en rk 208).
Hage oock onlancx sustineerden, dat aldaer meer perickels was ofte
immers zo veele al by de poorte was geweest, endfe daeromme
principaelycken verset is geworden." Dassignies krijgt dus zijn
regenbak, mits hij den hoek in de schuinte afschut met een hek.
Acte van 11 Jan. 1611 (164, 89; mn, rk en advRG 201).