T
158
HET BUITENHOF
nog bij. 160,
M
i
de boven aangegeven gebeurtenis
van zijn huis aan
den Prins, hebben
(19 M)”. Blijkens deze maat behoort perc. L er
208 v°, vD 69).
L
Eind 16de eeuw. Niet lang na
sen moet Tromper een bijgebouw („kamer”)
Jhr. Idsert van Starkenburg, stalmeester van
verhuurd (vD 82; zie hieronder sub 1608).
1593. Twee dagen later, op 8 Sept. 1593, retrocedeert Mr.
Maerten voor 400 pd. een stuk van het gekochte erf aan de Gra
felijkheid. Het is 100 voet (ca. 36 M.) lang en 36 voet (ca 12 M.)
breed. Prins Maurits, paardenliefhebber bij uitnemendheid, wil er
een manége (pikeurschuur) inrichten. Maar Tromper stelt de con
ditie, „dat inde schuiere, die opt voorsz. erff getimmert wert,
gheene lichten int Oosten tot preiuditie ofte nadeel vanden voorn.
Mr. Maerten gemaackt” zullen worden (160, 209 v°).
ld. Op 10 Dec. d.a.y. staat Tromper voor 50 pd. nog een verder
stuk terrein af, dat het erf van de Pikeurschuur tot aan de Beek
doet reiken. Thans conditionneert hij, dat achter 't Pikeurhuis zal
gelaten worden een gang, breed 4 of 3J-£ voet, „omme byden
voorn. Mr. Maerten mede gebruyckt te mogen werden tot een
uuytganck inden ganck responderende int Achterom” (160, 245
v°; zie ook Ising a.b„ 299/300, waar de zaak echter ietwat
verward is weergegeven, en in navolging vD 85/86).
woongelegenheid noodig. De oude Joost krijgt dus permissie!,
achter zijn huis, ten dienste van het gezin van zijn zoon, een klein
vertrekkamertje te doen maken (161, 352 v°).
J, achter
1600. Het huis van Trompert vormt nu een eilandje temidden
van het paardengeheel. Rechts heeft hij den stalmeester en verder
op het Pikeurhuis, links den door Floris Gerritsz. gebouwden stal,
die nu dient voor de koetspaarden van Prins Maurits. Daar
achter woont Joost Guldemondt, spoormaker van Zijn Ex*. Hij
slecht van gezicht. Hij kan den dienst
vervult hem nu samen met zijn zoon,
Hans Guldemondt (later noemt deze zich Jan of Johan). Hans
woont dus bij hem in. Maar, gehuwd, heeft hij afzonderlijke
is al oud, krukkend en
alleen niet meer aan en