163 VAN OMSTREEKS 1550 TOT 1650 in de buurt van de sloot van Doedijns). Hij krlijgt een consent, ook deze sloot „met planken toe te leggen”. Hij moet echter zorg dragen, dat daardoor de waterloozing van den stal en van de buren niet wordt geschaad (166, 97; mn, rk en advRG 205; vD 71). 1624. Er werd, zegt Mej. van Diepen, van de kaatsbaan een druk gebruik gemaakt. Volgens den eigenaar echter „valt de nering zeer slap, doordien in corte jaeren vele nieuwe caetsbanen zijn gemaect, die meest alle den toeloop hebben". Hij wil dus een achter zijn huis staanden stal maken tot „een huysinge, be- quaem omme voor hem ende zyne familie inne te woonen ende de voorste huysinge alsdan verhuyren." Op 21 Juni 1624 wordt het hem toegestaan, „in zulcker vougen, dat daerdeur de Pickeur- schuyer zoe aen licht als anderssints int minste nyet en werde geprejudiceert, maer dat dezelve timmeragie omtrei t zes en der- tich voeten vandePickeurschuyer zal offblyven." Ook mogen er geen vensters of lichten komen, waardoor men in de Pi- keurschuur zou kunnen zien. De rollen zijn dus omgekeerd: toen de manége gebouwd worden zou, stelde Mr. Trompert de voor waarde, dat de Pikeurschuur geen uitzicht zou geven op zijn huis en erf! Als naschrift heeft de acte: „Thans noch geconsenteert een nieuw stalleken voor vijff off zes paarden ter plaetse van zijn bleyckvelt te mogen doen maecken.” Een „stalleken” voor 5 of 6 paarden naar onze ideeën is dit wel euphemistisch uitgedrukt! (166, 328 v°; mn en rk 207, met als bijlage rk aan Pr. Maurits en eigenhandig door dezen onderteekende apostille; vD 71). 39 1624. Woonde de hoofdstalmeester van den Prins op perceel L, de tweede stalmeester, Wolff Focx, kreeg in 1623 of ’24 permissie; een huis te bouwen op perceel 39, dat tot dusver bij het erf van perceel N heeft behoord. Op 29 October 1624 wordt hem daarenboven consent verleend, om, tot betere accomodatie en meerdere bevrijding van zijn nieuw getimmerde huizinge mette kelderkeuken vandien, ten N. daarvan te doen maken een scheid- heining ter diepte van ca. 5 voet en daarbinnen een schoorsteen uit de kelderkeuken op te trekken (166, 348). 40/42 1635. Als buurman krijgt Focx in 1635 de „contrerolleur van de Escurie van Z.Ex'W Henarick Maes de Loeckre. Op 17 April van dat jaar toch ontvangt deze consent tot het bouwen van een

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 179