HET BUITENHOF 164 huis ter breedte, aan de straat, van 17 voet (ca. 5,6 M.) en achter van 16 voet (ca. 5,3 M.) en ter lengte van 37J/1 voet (ca. 13J--2 M.). De controleur gooit zichzelf niet weg. Het is noodig, zegt hij in zijn rekest, dat hij zijn woonplaats heeft bij den stal. Aanvankelijk had hij, op last van den stalmeester des Champs, zijn residentie op het comptoir boven den stal. „Ende niet sonder mefckelijke reden, dewyle de stalnV. sach, dat het was tot groot voordeel vande peerden van Zijn Excïe., die alsnu vol ende glat worden ende met minder haver alser ooyt te vooren ge- voeyert is, ende dat door reden des supplte sorchvuldicheyt, die 's morgens vroech, ’s middachs ende ’s avonts laet altijt byde peerden (een paardenliefhebber zei ook toen al peerd en niet paard!) present was int voeyeren ende daerenboven noch twee mael daechs tot Rijswijck is rydende, ten eynde alle de peerden wel getrouwelijck mochten onderhouden worden". Achter perceel N, het huis van Focx en dat van Maes loopt een gang, die mondt in den gang langs de Beek; ze dient tevens (zie hieronder N sub 164-1) als waterloozing; en tusschen het huis van Focx en Maes moet een doorgang van 4)4 voet (ca. 1)4 M.) worden opengehouden, „om daardoor de paarden van Z.Excie bequamelijk uit en in de Pikeurschuur te kunnen leiden." (168, 218 v°; mn, rk en memorie van Maes 212). K 1636. Jan Jaspersz. van den Brouck is gestorven en insgelijks diens zoon en erfgenaam Corstiaen. Daar de weduwe van dezen laatste een schuld van 400 pd. niet kan voldoen, wordt het haar toebe- hoorend complex bij onwillig decreet aan Pieter Willemsz. van Hogenhuysen, timmerman, verkocht (vD 71). 1637. Het oorspronkelijk door Mr. Trompert gebouwde, later door van den Brouck verhuurde, aan den voorkant gelegen huis wordt 28 Maart 1637 door den Prins van Oranje gekocht ter huis vesting van zijn schrijfmeester en pages (vD 79). Als zuidelijke belending wordt nu genoemd het huis van Daniël Baart; onge twijfeld het door van den Brouck nieuw ingerichte huis, dat hij betrokken heeft, toen hij het andere is gaan verhuren (vD 81). N 1638. Opnieuw is het paardencomplex doorbroken! Behalve per ceel K blijkt nu ook perceel N, waar in 1608 nög een „opper- palfrenier” van Prins Maurits woonde, voor andere dan hippische doeleinden gebezigd te worden. René de Caraccial et de Nicastre,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 180