171
VAN OMSTREEKS 1550 TOT 1650
gront op haer eygen costen van nyeus hebben opgetimmert”, waarna
het „in cope vercregen (is) by eenen Cornells Claesz., schilder, die
tselve eenigsints heeft vergroot by consent vande Stadthouder over
Hollant ende van die vande Rekeninge..., waernaer de voorn. Corn.
Claesz. byde Hooffden ende Gecommitteerden vande Finantie tot
Brussel zijn vergundt, noch andere wercken van timmeragie ande
voorsz. huysinge te maecken.” (202, accoord van 1594 als bijlage bij
acte van 11 Febr. 1613; vD 95).
G
1572. Terwijl Cornelis Claesz. het oude huis van Gillis Matthijsz.
aan 't vergrooten en opknappen is, bouwt Dirk Hanneman, Secretaris
van den Hove van Holland, een huis op het belendend perceel, en
wel, merkwaardig genoeg, in 1572, het kernjaar van den opstand in
Holland en Zeeland. Het wordt een aanzienlijke woning, want de
kosten loopen op tot meer dan 1500 pd., een hoog bedrag voor dien
tijd. Op 19 Maart 1577 krijgt hij een acte, waarbij hem een vergoe
ding beloofd wordt van 1200 pd. bij 't ophouden van de gift (102,
adv. RG van 3 Maart 1612 bij acte van 12 Maart 1612; zie ook de
acte zelf),
H
1578. Inmiddels verwisselt hij van buurman. Cornelis Claesz. is
gestorven en op 15 April 1578 koopt Pieter Gillisz. het ouderlijk huis
voor 525 pd. van diens erfgenamen terug, waarna hij „tselve vernieut
ende in alles gerepareert (heeft), alsoot deur de voorleden troubles
geheel was gedestrueert” (als sub H 1563; ook De R. I, 167 en 648).
G
Vóór 1582. Waarom Dirck Hanneman het statige, betrekkelijk nog
zoo kort geleden gebouwde huis van de hand doet? Wie zal het zeg
gen! Eerst in 1584 is hij gestorven (Timaraten II, 18) en al in 1582
vinden wij er Jan Aertsz. Lap in zijn plaats (Transp., Rechterl. Arch.
397, 130 v°, acte van 21 Maart 1582). Lap is op 23 Jan. 1578 „gead-
mitteert tot d'exercitie van 't Notarisschap”. Morren, in zijn studie
over de Haagsche notarissen, geeft enkele levensbijzonderheden (Jrb.
1902, 363). Daaraan kan worden toegevoegd, dat bij acte van 6 Febr.
1573 „overmits den doodlijcken affganck wylen Daem Claesz., in zijn
leven bailliu van Beverwijck, tot tselve bailliuschap bij provisie
(was) gecommitteertJan Aertsz. Lap,” benoeming, die 3 Nov.
1576 definitief wordt gemaakt. Maar ze is van de Spaansche tegen-
regeering en geldt alleen „soe lange ende ter tijt toe, tgeheel quartier