HET BUITENHOF 172 zoon van Lambrecht Albersz. Lap, notaris te Naarden (Jaarb. Vermoedelijk een 1902, 364, n. 1). van Beverwijck onder onser gehoirsaemheyt ende subjectie geredu- ceert zall wesen.” Zijn borgen zijn Aernt Jansz. Lap en Cornells Lam-' bertsz. Lap 1) (495, 212 v»)Het is onzeker, of wij hier te doen hebben met onzen Jan Aertsz. Lap. Mogelijk is het wel. De Laps noemden zich Jonkheer en zaten nogal hoog te paard. In hoeverre het Huis ter Lap aan den Bezuidenhoutschen weg, dat in 1581 als zoodanig ge noemd wordt (Jrb. 1932, 8), met onzen Lap in verband staat, kon niet worden nagegaan. F Vóór 1589. Nu de Hervorming de overhand heeft gekregen en er geen misgewaden of koor- en altaarkleeden meer te reinigen zijn, nu heeft de oude Lavanderie haar functie verloren. Maar aan het Lavan- diersterschap zijn voordeelen verbonden geweest, die men ook thans nog wel graag wil genieten. Prins Willem heeft er Cunera Hanneman mee begiftigd, een zuster wellicht of een nicht van Mr. Pieter Hanne man, die in 1573 Rentmeester-Generaal van Noord-Holland geworden is en in verband daarmee de belendende perceelen A t/m E bezit; of ook wel van Dirck Hanneman, den buurman op perceel G, die daar, zooals we zagen, in 1572 zijn huis heeft gebouwd (Jrb. 1942, 50). 1589. Inmiddels, echter, is het huis van Dirk Hanneman overge gaan op Jan Aertsz. Lap en dat van Pieter Hanneman, nadat hij Grif fier van den Hove van Holland geworden is, op Nicolaes Doublet. Ook Cunera Hanneman verlaat het tooneel. Vincent Hanneman (zijn relatie tot de voorgaande is onbekend) vraagt nu aan Prins Maurits, aan zijn huisvrouw Elisabeth Claesdr. te confereeren, niet enkel de Lavanderie, maar ook de „wedden, profijten ende emolumenten van outs daer toe specterende”. Z.Exc. echter „verstaet, dat die mette voorn. Cunera gecesseerd hebben.” Nochtans vergunt hij haar, bij acte van 6 Mei 1589, ,,’t gebruyck van den woonhuysinghe”. (Jrb. 1942, 50). 1590. Vincent Hanneman moet spoedig daarop het tijdelijke met het eeuwige hebben verwisseld en zijn huisvrouw Elisabeth Claesdr. zich hebben gehaast, het haar in het tijdelijke nog gegunde respijt zoo goed mogelijk uit te buiten. Al aanstonds toch moet zij met Geerlof Bonzer, Kamerbewaarder van de Staten van Holland, opnieuw in het huwelijk zijn getreden: „huisvrouw van Geerlof Bonzer" althans heet nu diegene, aan wien Prins Maurits de bewoningsrechten van de oude

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 188