1 HET BUITENHOF 178 H I 1618/20. Wat heeft in dien tusschentijd van Ree met den Dief- /d. 1613 verkoopt zij den Diefsteen aan alsulcks recht en consent als op 30 Augustus 1601 en 1613 door de Heeren van de Reeckeninge vergunt was”, een schuldbrief van 2000 (vD 62). We vinden van als eigenaar terug. Wat dan de door Mej. van Diepen mede gesigna leerde verkoop van 6 Maart 1613 aan de huisvrouw van Gijsbert Barentse, metselaar, te beteekenen heeft, en iwel voor 2200 (vD 62), is niet duidelijk. De Magistraat laat er geen gras over groeien. Op 4 Maart Johan Pietersz. van Ree „met 11 Februari en wel voor Ree in 1618 1618121. Pieter Gillisz. Kiggelaer (deze achternaam komt nu voor het eerst tevoorschijn) is gestorven en zijn weduwe en kinderen be wonen het huis (166, 32). Al in 1603 heeft Kiggelaer de survivance aangevraagd voor zijn zoon Jan. Op 25 Maart van dat jaar is hem apostille verleend op zijn rekest (advRG 17 Maart 1603, 384). De commissie van Jan Kiggelaer is van 22 Dec. 1618 (498, 319). Op 9 Dec. 1621 wordt hij mede Controleur van de Wercken ende Repa- ratiën van den Hove (498, 357). Zijn voorganger, de bekende land meter Floris Jacobsz., heeft dan vrijwillig afstand gedaan van zijn post. Benoemd was deze 8 Apr. 1616 (498, 298), zijn, toen gestorven, voorganger Frangois Couck 21 Juni 1604 (498, 182). 1613. We zeiden, dat we van Pieter Gillisz. en zijn huis niet veel meer hooren zouden. Inderdaad, veel is het niet. Op 5 Juli 1613 wordt goedgekeurd de transactie, waarbij de schrijnwerker, destijds, een erfje gekocht heeft van zijn achterbuurman Nicolaas Doublet. Het is nu een tuintje. Men vindt het gemakkelijk op de kaart van Bos en van Harn terug (164, 306 v°; mn, rk en advRG 202). procederende, een bequame gevangenisse aen 't Stadthuys te doen opbouwen.” Zij willen daarbij tevens het consent van 1601 cedeeren (t.w. de vergunning, om de vuilnisput te overwelven en daarboven te bouwen,) en vragen dus, de „vercoopinge te mogen doen met al- sulcken consent van begrootinge ende opbouwinge als Uwe Eed. het Corpus van 's-Gravenhage opden 30en Augusti 1600 ende één ver leent hebben.” (202, bijlage bij acte van 11 Febr. 1613). Op 11 Febru ari 1613 wordt hun dit toegestaan (164, 277; mn en bijlagen 202).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 194