GESCHIEDENIS VAN DE HUIZEN
14
i) Rentmeesters Rekeningen van N. Holland, fol. 36 vs en 40 vs.
om in de na-
groote hoeveelheid
een geheel
ter verfraaiing en tot vermaak en tevens
bijheid van het Grafelijke kasteel een
water te hebben. Hij gaf in den ouden tijd
ander en levendiger beeld te aanschouwen.
Het eerst wordt hij vermeld in 1352/54. In 1364 wer
den er niet minder dan 90 zwanen gehouden, die in
1383/84 tijdelijk opgeborgen werden in het Nederhof in
de grachten vóór de boeverie 1
Een kleine beek, die in de duinen achter Loosduinen
zijn oorsprong had, voorzag hem van versch water, dat
zeer vischrijk was, waardoor het recht om er te visschen
door velen werd gezocht. Doch langzamerhand kwamen
er beletselen, die den stroom tegenhielden, zoodat men
modderig water kreeg, waardoor de visschen verdwenen
en alleen de zwanen en eenden in den vijver overbleven.
Maar ongebruikt bleef de Vijver niet. Meermalen
deed hij dienst om de feestvreugde te verhoogen. Reeds
op Vastenavond 1390 deed Hertog Aalbrecht een toertje
op het water, als blijkt uit een post, die daarvoor uitge
trokken werd in de Rentmeesters Rekening 1390/91,
waar opgegeven staat: ,,voir een scute, daar de Here met
Jkvr. Alijt en andere gesellen in die vijver speelden”.
Bijzonder geliefd waren in den Haag de vuurwerken.
Den 22sten Mei 1547 ontstak men wegens de overwin
ning op den Hertog van Saksen een vuur in den vijver,
hetwelk van 8-10 uur ’s avonds brandde, terwijl een
schuit versierd met meijen en brandende vuurpannen”,
eenige muzikanten en zangers, die muziek maakten, rond
voerde.
Voor zulke gelegenheden werd het zwanen-eiland
vergroot en versierd en werd door de Heeren van de
Staten Generaal van uit de vensters op het Binnenhof