HET HUIS VAN ALEIDA VAN POELGEEST
215
deze twee of
ook zelfs het buurhuis (nr. 9), „de Papegaai”, later „de
Groene Papegaai”, er niet bij heeft gehoord.
Zóóver was ik dan nu. Op de plek van
drie huizen kón inderdaad het huis van Aleida van
Poelgeest hebben gestaan. Maar kon óók de conclusie
van Jhr. Beelaerts niet juist zijn? „Het front van het huis
van Wouter Woutersz. zal dus”, zegt deze, „naar de
zijde van het Buitenhof hebben gestaan en daar zal de
hoofdingang in den muur om het erf zijn geweest.” Kon
het, inderdaad, ook zóó niet geweest zijn? Het eigen
domsrecht van den gang kon gemakkelijk hebben ge
wisseld
Zoo las ik er dan het artikel nog weer eens zorgvuldig
op na. En ook nu weer was ik gelukkig. Neen, de con
clusie van Jhr. Beelaerts bleek volgens diens eigen ge-
gegevens niet houdbaar te zijn. Daar stond, op blz. 4:
„(Het huis) werd ten zuiden en noorden door andere
erven begrensd.” In de Hoogstraat ligt dit (naar de in
dien tijd gebruikelijke richtingaanwijzing) volmaakt voor
de hand. Maar aan den Noordkant van het Buitenhof?
Hier zou het dan toch in het Zuiden niet door een ander
erf, maar door het Buitenhof zelf begrensd zijn geweest!
De reeds aangehaalde passage in het artikel van Jhr.
Beelaerts moet men dus lezen als volgt:, ,Het stond op
een ommuurd erf, waartoe men” behalve in de Hoog
straat ook „toegang bekwam aan het Buitenhof en het
welk” niet achter, maar terzij van het achtererf „grens
de aan de beek
Eén vraag moest nu nog beantwoord worden: waar
vond men op het Buitenhof den toegang tot dit achter
erf? Ook hier was, voor wie op het oude Buitenhof thuis
is, het antwoord eenvoudig: tusschen den ouden Pas-
toorshof en het Valkhuisterrein. Zoo de lezer de in dit
Jaarboekje afgedrukte afbeelding van het Buitenhof in