AAN DEN LANGE VIJVERBERG 19 kocht en na 1616 wordt het Westelijke gedeelte weer in tweeën verdeeld. Wie de eigenaren zijn geweest van het gedeelte op den hoek van den Vijverberg is alleen op te maken uit de belendingen van het middelste gedeelte. In 1623 woonde daar toen de Heer van Vileers met den Heer van Maesdam. Tot 1710 behield het huis nog veel van zijn oude gedaante. De Cretser vermeldt, dat omstreeks dien tijd het adellijk huis (het gedeelte op den hoek) een herberg of logement was geworden onder den grootschen naam van „Het Gekroond Groot Heeren Logement”, dat door aanzienlijke heeren zerd bezocht. In gemeld jaar ging het over en kwam in het bezit van Willem Lodewijk, Baron van Wassenaer, Heer van Ruiven, Baljuw en Schout van Den Haag en kort daarna kwam het aan zijn weduwe Vrouwe Maria Cornelia van Aersen van Hogerheide. Deze heeft het huis laten ver bouwen en de torens laten afbreken, zoodat het een ge heel ander voorkomen verkreeg. In 1806 behoorde het aan de erfgenamen van Anna Arnoldina, Baronesse van den Boetselaer, douairière van Pieter Baron van Wassenaer. Het Huis daarnaast, het Westelijke gedeelde van het in tweeën gesplitste huis, werd op 14 Januari 1616 door Mr. Johan van Rijswijk verkocht aan Anthonis Maurique, Heer van Maesdam en Cornelia van Laerschot, Het belendt ten O. Goosewynus Meurskens met zijn huys en erf en scheymuur en W. de heerestraat. De koopsom is 6000. 19 Dec. 1634 verkoopt Antoni Maurique, Heer van Maesdam het aan Gerrit Jacobsz. Dijckmans. Hierbij wordt vermeld, dat het verkochte huis is afgenomen van het Groote huis van Egmond. De koopsom is 4000,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 28