GESCHIEDENIS VAN DE HUIZEN
36
een
het Club-
Schuylen-
1482 aan
Thomas Bouculair en
Mr. Jan Dimmer. Daarna woonde er de
door Jan Roest van Alkemade1) voor ƒ8000 en
schuldbrief van 8000.
Na 1806 werd het huis bewoond door Baron I. Fre-
very de Charmail 2
Deze en zijn weduwe behielden het huis tot tusschen
1845 en 1849, waarna de familie van Pallandt het be
trok. In 1916 kwam G. E. Baron van Tuyll van Seroos-
kerken er wonen, terwijl het huis na 1920 voor verschil
lende doeleinden, na 1933 zelfs als hotel, in gebruik is
geweest. Ook dit huis is een tijdlang door
gebouw voor Vrouwen bewoond.
HUIS Nr. 8.
Dit huis, dat bekend is als het „Huis van
burch” behoorde volgens de Hofboeken in
Mr. Jan van Oisdorp, in 1512 aan
in 1561 aan
wed. van Mr. Balthasar 3
In dien tijd, omstreeks 1576, vertoonde den Haag een
treurigen aanblik. Spaansche soldaten hadden de huizen
geplunderd en in brand gestoken en vele inwoners van
Den Haag waren naar Delft gevlucht.
Van verscheidene huizen stonden nog alleen de muren
overeind en binnen andere huizen zag men de prachtige
wandtapijten half verkoold. De straten waren verlaten
en met gras begroeid. Het schoone Den Haag was ver-
1) Theodoor Jan Baron Roest van Alkemade geboren in 1754
was lid van den Haagschen Gemeenteraad, de Provinciale Staten en
de 2e Kamer en Kamerheer. Hij woonde op kamers op de Veerkade
toen hij stierf. Haagsch Jaarboek 1928/29, p. 183 en p. 190 n.
2) Voorn. Charmail woonde te Rotterdam. Hij was eigenaar van
een buitenplaats te Voorburg. Haagsch Jaarboek 1903, p. 292.
3) Deze laatste mededeeling en alle bijzondere gegevens van dit
huis zijn overgenomen uit het boekje: „Das Schuylenburch’sche
Haus im Haag", aanwezig op het Gemeente archief, hewelk zeker de
moeite waard is in zijn geheel gelezen te worden.