43
AAN DEN LANGE VIJVERBERG
erff verkoopen,
en Geertruijt van
HUIS Nr. 9.
Dit huis was volgens de Hofboeken van 1478 in 't
bezit van Mr. Jan van Oisdorp, bij overgifte van Mr.
Philippe en sijns wijf erfgenamen. In 1512 bezat Eer-
mijntje Gerijtsdr. van Spaerwou het en in 1561 Mr.
Adriaen Brasser, Advocaat.
De eerste koopacte die gevonden werd, was van 31
Mei 1604, waar de curateuren van Maerten Meyster
een huijs en erff verkoopen, aan Johan van Emskerk
(Heemskerck) en Geertruijt van Helsdingen, zijn huis
vrouw.
Ook dit perceel heeft een muur, die niet verminderd
of verlicht mag worden. De koopprijs was 2600.
23 Mei 1614 wordt aan Johan Vrankensz. van Heems
kerck consent verleend om het hek voor zijn huis te
mogen vernieuwen, voor 2 schell. 3 deniers 's jaars.
31 Augustus 1609 wordt het verkocht aan Godevaert
van Persijn voor een schuldbrief van 4600.
Het perceel wordt verkocht met ,,al de blindt-veyn-
steren en glasraemen, benevens twee besloten wagen-
schotte bedsteden en een wagenschotte cleercasse" be
neden in het huis staande.
Aan wien bovengenoemde Persijn het overdraagt is
niet gevonden, want vóór 1683 is het *t eigendom van
Johan van Eek, Raadsheer der Stad Groningen en de
mentia Eybergen, die het op 20 Mei 1683 verkoopen aan
Pieter, Alida, Margareta en Maria Timmers voor 4250
en een rentebrief van het zelfde bedrag.
5 Juni 1684 wordt aan Pieter Timmers consent ver
leend, om zijn achterhuis in de Hooge Nieuwstraat te
mogen doen uitzetten op de rooiing van de huizen van
zijn buren, Burgemeester van Schuylenburch en den
Heer van Carnisse.
Aan wien Timmers het verkoopt is ook niet gevonden,