GESCHIEDENIS VAN DE HUIZEN
44
Mr. Willem
maar 17 Februari 1715 verkoopen de curateuren van
Anna Douw en Maria Digters, wed. van Gabriel Ferron
het aan Cornells van Schuylenburch, Pensionaris van
Zierikzee, voor 14500 en 725 over rantsoenpenningen.
28 Juni 1715 wordt hem consent verleend om le voor
zijn twee huizen op den Vijverberg te mogen stellen een
doorloopende stoep en een ijzeren hek. 2e om het groot
ste huis (No. 8) te mogen uitzetten op de rooiing van
het huis van den Heer van Vlaardingen, ten Oosten
er van. 3e om twee pilasters te stellen 4 duim uit den
gevel springende en 12 voeten breed. 4e om aan zijn
stal in de Hooge Nieuwstraat de 2 dubbele koetsdeuren
te verplaatsen en een ingang naar den kelder te maken.
Hij moest hiervoor 16 ponden 's jaars betalen.
16 September 1717 wordt hem vergunning verleend
om het riool voor zijn huis dieper te mogen doen maken
naar den eisch van zijne nieuwe timmerage, alsook dat
hij vijf scheipalen, gestaan hebbende tusschen zijn huis
eer ’t getimmert was en het huis daarnaast aan, te
voren genaamd „Groot Gorcum” en nu daaraan getrok
ken, zal mogen verplaatsen en doen zetten op de schei
ding van zijn groote en kleine huis, mits zorgende, dat
het werk spoedig en „suffisant” werd gemaakt en de
hooge Vijverberg wederom bekwamelijk met schelpen
bedekt, voor 6 schellingen *s jaars.
Volgens het Personeel Kohier is het huis in 1757 nog
in zijn bezit, maar 14 Mei 1787 dragen de erfgenamen
van Pieter van Schuylenburch het over aan Jkvr. Elisa
beth van Schuylenburch. Het huis wordt dan belend
ten N. en W. aan de representanten van Mr. Willem
van Schuylenburch van Bommenende.
Onder den koop zijn mede begrepen al de behangsels,
vaste spiegels en schilderijen in de schoorsteenen en
boven de deuren.