73 VAN OMSTREEKS 1550 TOT 1650 de is. Iets meer dan een meter springt het naarvoren uit. Achter den muur verbergt zich nog een klein, aan Borremans toebehoorend tuintje. In 1586 heeft hij het huisje gezet. Hij is kramer en heeft het nu dertig jaar lang bewoond. Straks zal het overgaan op zijn zoon Abraham. Vóórdien echter zal Susanna, Abrahams moe der, er wonen met zijn broertjes en zusjes. Alspoedig krijgt ze er last van het water. Wat is het geval? Prins Maurits vindt het Vijverniveau niet constant genoeg en daarenboven te laag. Hij wil het 11 duim, een goeden kwart meter, verhoogen. De toevoer uit de Beek is echter niet voldoende om dit te bereiken. Zoo zijn dan tot ge rief van den Prins twee molens opgericht. De ééne, aan den Stadhouderstuin, werkt alleen bij windstilte; hij maalt dan het water op met een paard. De andere, aan den Noordkant van Den Haag, doet hetzelfde met be hulp van den wind. Zoo bereikt de Prins een constant waterniveau, dat hooger is dan het placht te wezen. Su sanna is er de dupe van. Het water stijgt te hoog in haar huis en haar kinderen worden ziek. Ze requestreert. De Rentmeester-Generaal van Noord-Holland krijgt op dracht van Heeren Rekenmeesters om te gaan kijken en geeft haar gelijk. Eén of anderhalven voet moet de vloer van haar keukentje worden verhoogd Op Borremans woning volgen een drietal andere huis jes, deels al heel oud. Ze zijn eigendom van een schoen maker, Cornelis Pietersz. de Vries. Het eerste heeft hij zelf gezet en is nog vrij nieuw. Het dateert van het eind van de vorige eeuw. De beide andere hebben al in de eerste helft van die eeuw aan Mr. Jan Plumeon toebe hoord, den eersten Secretaris van Den Haag. De hoek bij de Gevangenpoort, die zeven of acht jaar geleden nog open was, is nu betimmerd met een kast, om er vleesch in te bergen. Aart Hendriksz., postmeester, een

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 88