76 HET BUITENHOF vijf (een centimeter of twaalf) buiten dit pothuis uit. Aanzienlijk nietiger, hoewel breeder, is het buurhuis. Het is, tegelijk met dat van van Heyningen, in 1596 gezet door een armen drommel, die echter het recht be zat, zich notaris te noemen: Josef van Meerhout. De acte stond toe, dat het 24 voet (ca. 8 m) breed en 10 voet (nog geen Sjzj m) hoog zou zijn! Daar zijn dan toch zeker de geveltopjes en het dak niet bij inbegrepen geweest! Hij zal er in 1616 nog wel wonen, want eerst in 1636 verkoopt het zijn weduwe. We komen nu in het gebied ten Westen van het Valk- huis. Langs den Westmuur van het lange bijgebouw, dat bij het Valkhuiscomplex behoort,loopt een tuin. Die tuin maakt deel uit van een huis aan de Plaats. Bij de meeste van de hier staande huizen kijken wij aan tegen den schuinen kant van hun dak. Maar achter het Valk huiscomplex is er één, dat verder naar achteren uit springt en een puntgevel vertoont. Dat is het huis in kwestie. Het terrein ervan.loopt achter het Valkhuis om en treedt, zoodra het den hoek voorbij is, tot aan het Buitenhof naar voren. Wat de beteekenis is van het door Bos en van Harn geschetste gebouw, waartegen, in ’t Noorden, de tuin lijkt dood te loopen, heb ik niet kunnen nagaan. Zooveel is zeker: het aanzienlijke huis aan de Plaats is in de eerste helft van de zestiende eeuw het eigendom geweest van Klaas van Dam. Het grootste deel van den tuin behoorde er toen al bij. Zijn weduwe heeft er in 1546 ook de rest bij gekregen, t.w. dat deel, dat tot het onder het Buitenhof ressorteerende Grafelijk- heidsgebied behoorde; het was vroeger een tuintje ge weest, in gebruik bij den cipier. Nadat het geheel ook in het bezit was geweest van Floris van Dam, schout van Den Haag en stichter van het Hofje van van Dam, kwam het in 1565 aan Mr. Anthonis van Dijck, advo-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 91