VAN OMSTREEKS 1550 TOT 1650 79 zaak wel voortzetten. Ook hij krijgt recht op den gang, waarop echter mede, in de praktijk, de bewoners van het huis ,,in Gorcum”, nu een particuliere woning, recht van uitgang behouden. In 1604 sterft ook Job Jansz. Zijn weduwe, Alijd Duyck, verwerft het complex van zijn erfgenamen, twee nichten, zusterskinderen, en zet de herberg op den ouden voet voort. Hoe lang nog? We weten het niet. Leeft ze nog in 1616? Vermoedelijk, maar lang zal het niet meer zijn. De herberg ,,de Roode Molen” valt na haar dood in drie stukken uiteen. In den Noord-Westhoek van het plein woont Hendrik Aartsz. Doedijns, Commies ter Finantie van de Staten van Holland. Bij zijn huis hoort een groote tuin, door den gang haaks omvat, met een bijgebouw achterin (een schuur, een stal of wat mag het wezen? het lijkt het meest op een oude Middeleeuwsche kapel!) De muur, die aan den kant van het Buitenhof den tuin van het plein afscheidt, staat iets verder naarvoren dan het huis, waarvoor zich een hek bevindt. Dit huis met zijn mooie groote erf is vóór de troebelen Pastorie geweest van de Hofkapel. De Staten, toen zij met medewerking van Prins Willem de macht aan zich getrokken hadden, hebben het geschonken aan Jan Willemsz. Comans, aanvankelijk politiek, later financieel hoofdambtenaar, wiens diensten zij bijzonder waardeerden. Bij wijze van uitzondering, klaarblijkelijk de eenige uitzondering in dien tijd, kreeg Comans den vollen eigendom èn van het huis èn van den grond. Diens schoonzoon Hendrik Doedijns, getrouwd met zijn dochter Elisabeth, volgde hem op. Ook thans is hij nog in functie. Weer gaan we den hoek om. Tusschen dien hoek en de Halsteeg staan, voor zoover uit de stukken is na te gaan, maar drie huizen, hoewel oogenschijnlijk uit de kaart van Bos en van Harn zou moeten worden afgeleid,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 94