TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG
87
l den Denneweg
van der Kiste mr.
72
73
zeer uitgebreide dossier
70
71j Notar. Den Haag, inv.no. 160, f.
Weeskamer Den Haag, inv.no. 1169, in een stuk van het
van Hendrikje Tielmans, wed. van Jan
Roelofz. (beter: Roelantsz.) van Cleeff.
een waarschuwing aan aanstaande kooper(s) van den
molen, dat hij, Gleser, den grond, waarop de molen
stond aan zich behield, zonder dat de kooper daar eenig
recht op zou kunnen doen gelden 68De molenaar liet
het daarbij waarschijnlijk niet zitten, want in 1646 blijkt
hij in proces te liggen met Jhr. Gleser 60Hoe de zaak
geregeld is, heb ik niet gevonden. De voorgenomen ver
koop is toen in elk geval niet doorgegaan.
Eenige jaren later, in 1649, was er kwestie en proces
gaande tusschen den mr. smid en Cornelis Engelen
Vinckesteijn, dienaar van de Houtvesterij, die mondeling
het oud, vervallen huisje staande aan de zuidzijde van
den Mallemolen (hier te verstaan als den molen zelf,
niet als naam van de straat) van den smid gehuurd
had 70Door bemiddeling van notaris J. P. Timmers
werd de zaak toen beslecht. Vinckesteijn zou nog twee
jaar in het huisje mogen blijven wonen; de molenwerf
zou hij behoorlijk in orde houden, maar de molen zelf
niet mogen gebruiken zonder believen van Van der
Kisten 71Hieruit valt af te leiden, dat Van der Kisten
toen daar ter plaatse niet zelf woonde en dat de molen
waarschijnlijk niet in bedrijf was. In 1644 bewoonde hij
trouwens een huis op de oostzijde van het Spui 72Nog
bij zijn leven in 1663 vinden we dan gewag gemaakt van
„de vervalle slijpmolen” aan den Denneweg 73Het
laatst trof ik Lambert Faesz. van der Kiste mr. smid als
GS) Notar. Den Haag, inv.no. 165, f. 210, 18/1/1644.
e9) Notar. Den Haag, inv.no. 188, f. 508, 31/5/1646.
”’1) Notar. Den Haag, inv.no. 136, f. 306, 9/3/1649.
35, 6/4/1649.
Notar. Den Haag, inv.no. 40, f. 158, 17/10/1644.
Hendrikje Tielmans, wed.