TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG 95 °3) Twee huisjes bijv, op kaart A.R.A. no. 3286 uit het tweede kwart van de 17de eeuw, één woning op de kaart van Cruquius van 1712. In de beide opdrachten wordt naar den brief van 1590 verwezen; onzekerheid omtrent de identiteit van het land is daarmee uitgesloten. Gerrit Pietersz. mag het huis met 2 hont erfs erbij nog twee jaar gebruiken. Het komt mij voor, dat men in dezen Gerrit Pietersz. den zelfden persoon voor zich heeft, die omstreeks 1600 aan de overzijde van den Scheveningschen weg een huisje timmert op het land, dat hij van Mr. Otto van Arckel in erfpacht kreeg. Bij het opgeven van zijn woning aan de oostzijde van de weg zal hij voor een nieuwe vestigings plaats het oog hebben laten vallen op het terrein aan de westzijde van den weg. Het staat evenwel niet vast, dat met die te verlaten woning langs den oostkant het latere huis Schudjebeurs bedoeld is geweest, want op oude kaarten vindt men soms twee, soms een enkel woninkje geteekend. In het eerste geval ligt er dan een grootere woning met hooiberg in den hoek tusschen heerweg en buurtweg en een kleinere zonder hooiberg hooger op langs den heerweg. Is er slechts één woning aangegeven, dan is het die in den hoek, het latere huis Schudje beurs 93Het valt niet uit te maken, welk van beide huisjes in 1594 bedoeld is. Maar uit de aangehaalde ge gevens meen ik wel te mogen afleiden, dat er eerst tus schen de jaren 1590 en 1594 een woning op het terrein van de Heulwei gebouwd is. Dezen laatsten naam trof ik na 1594 niet meer aan; hij is geweken voor dien van Schudjebeurs. Wat ik omtrent Maarten Thijsz. te weten ben geko men, zal ik thans laten volgen. Aan de westzijde van het Noordeinde tusschen de poort benoorden het Ko-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 109