TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG
109
Carron), een onmondig zusterskind van Hendrikje
Tielemans 133)
Uit de stukken blijkt, dat Hendrikje Tielemans „door
de wandelingh” genaamd was Graeff Hendrick ".Waar-
aan zij dezen bijnaam te danken had, blijft echter ver
borgen. Van eenig belang is nog op te merken, dat,
wanneer de boedel in het sterfhuis opgeschreven wordt,
er sprake is van een nieuwe bovenkamer en een nieuwe
benedenkamer, zoodat men mag aannemen, dat het huis
voor kort vergroot of verbouwd was. Een bijkamer
naast de keuken lag aan de straat, d.w.z. aan de west
zijde van het weggedeelte, dat de tegenwoordige Malle
molen zuid van de Javastraat uitmaakt.
Het betreffende archief van de weeskamer licht ons
dan in, dat het huis den winter over ledig bleef staan
en dat het intusschen met de gebrekkige ontsmettings
middelen van dien tijd, wierook, muskus, azijndamp,
buskruit, imbeerenhout, behandeld werd. Met ingang
van 1 Mei 1664 werd het echter verhuurd aan een zeke
ren Tielman Glabeecq (Glabbeck). Waarschijnlijk was
hij dezelfde persoon, die 1666 voorkomt als wijntapper
in Den Haag, in 1668 een herberg blijkt te houden en
in 1670 op de Nieuwe Haven woont 134). Op 16/2/1666
vindt men in het weeskamerarchief aangeteekend, dat
de op 1/5/1665 verschenen en reeds betaalde huishuur
133) Weeskamer Den Haag, inv.no. 1169. Uitgebreid dossier
nopens den nagelaten boedel van Heyndrickgen Thielmans, weduwe
van Jan Roeloffsz. (lees: Roelantsz.) van Cleeff. Zie voorts onder
Heyndrickje Tielmans in het zelfde archief in inv.no. 153, f. 218
(geschreven), (f. 219 gedrukt); no. 154, f. 240; no. 155, f. 174
(f. 166 gedrukt).
Notar. Den Haag, inv.no. 637, f. 24, 6/11/1663.
!34) Verg, klapper op de notarisprotocollen Gem. Arch. Den
Haag.