DE HEER LEYDEN EN DE 110 135) Transp. Den Haag, inv.no. 445, f. 158, 158v, 28/12/1676, klapperno. 766. 1S(i) Notar. Den Haag, inv.no. 417, f. 215, 9/2/1677. Transp. Den Haag, inv.no. 445, f. 171, 171v, 10/2/1677, klapper no. 779. over een jaar aan de huisvrouw van Tieleman Glabeecq geremitteerd is op haar klacht, dat „int huijs geen nee- ringe heeft gehadt". Het valt derhalve te vermoeden, dat men vermeed de herberg te bezoeken wegens de kwade herinnering aan de bezoeking met de „gave Gods”. Dan wordt het huis eenigen tijd bewoond door een Cornells Cornelisz. Egelroij, waarna het tegen 1/5/1667 verhuurd wordt voor 90 gl. per jaar aan Leendert Sevenhuijsen. Van Egelroij heb ik geen aanduiding gevonden, dat hij iets met de dranknering had uit te staan, Leendert de tapper, die in een rekening van 1669 uit het dossier van de weeskamer voorkomt als wonende aan de Mallemo len en wel in de voormalige herberg van Hendrikje Tielemans, kan heel goed de zelfde persoon zijn als de genoemde Sevenhuijsen. De laatst verantwoorde huur van L. Sevenhuijsen in het register van de weeskamer verviel op 1/5/1671. Het herbergbedrijf schijnt zich dus weer hersteld te hebben na de ongunstige ervaringen van Glabeecq in 1664/’65. Een paar jaren na zijn mondigwording ontdeed de erf genaam Nicolaas Karon zich in 1676 van beide huizen aan den Denneweg bij de Mallemolen. Kooper van het huis aan de westzij, het woonhuis met herberg, werd Jan Pietersz. Rietvelt 135die het pand het jaar daarop weer overdeed aan Geertje Willems (van Putten) 136 Zij was eerstmaal weduwe van Leendert van Waert (of Weert) en had in 1675 een tweede huwelijk aangegaan met Hendrik ten Hove, ruiter en garde du corps van Zijn

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 124