TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG
113
148) Transp. Den Haag, inv.no. 462, f. 427, 24/10/1749, klapper-
no. 1367.
149) Transp. Den Haag, inv.no. 465, f. 115, 22/10/1756, klapper-
no. 1343.
150) Hendrik van Lit werd begraven in Den Haag op 14/4/1760,
77 jaar, 2de kl. f 15.zijn derde echtgenoote Cornelia de Booij
op 17/12/1777, 63 jaar, f 30.—.
151) Transp. Den Haag, inv.no. 477, f. 244, 13/1/1794, klapper-
no. 732.
de derde maal getrouwd) de geheele partij weiland, die
voorheen achtereenvolgens toebehoord had aan Joost
Jacobsz., Vincent van der Linden en de Van der
Kuns14S), terwijl hij in 1756 eigenaar werd van nog
eenige andere huizen en erven aan de westzij van den
Denneweg (Mallemolen)Bij de eerste gelegenheid heet
te hij koopman, bij de tweede herbergier 140Uit akten
na zijn dood komt aan den dag, dat „De Zoete Inval”
hem bij zijn leven toebehoord had en door hem nagela
ten was aan zijn (derde) vrouw, Cornelia de Booij 150
Zeventien jaar na haar dood droeg Laurens van Lith
„De Zoete Inval”, die toen twee overdekte kolfbanen
rijk was, voor zijn helft aan Antonie van Starrenburg
over: de wederhelft behoorde toen aan de kinderen van
Willemina van Lidt f en Hendrik van der Kruijf 151).
Met het aanhalen van deze namen van personen, die
in aanmerking komen om in verband gebracht te worden
met het ontstaan en de ontwikkeling van de herberg „De
Zoete Inval” meen ik het hier te kunnen laten. Maar
aan wien de eerste herberg daar ter plaatse haar oor
sprong verschuldigd moge zijn, zoo staat het toch voor
mij vast, dat zij op geen ouderen geboortedag kan bogen
dan uit de laatste helft van de 17de eeuw. Ik zie er een
gelegenheid in, ontstaan aan de buitenkant van een reeds
oud en uitgebreid Den Haag, waar in den aanvang voor-