DE HEER LEYDEN EN DE
116
Hardenberg zich op de kaart
tot een eindweegs in den Waalsdorpschen weg152). Den
heer Leyden leek het echter waarschijnlijker, dat de weg
ongeveer bij het overschrijden van de grens tusschen
west- en oostambacht niet zijn richting naar en door
„het park van Zorgvliet” nam, maar naar het ZO om
boog en in het Dekkerslaantje en de Laan van Schudde-
geest, dus ongeveer in de tegenwoordige Groothertogin-
nelaan, de Laan van Meerdervoort en de Javastraat zijn
vervolg heeft gehad 153De heer Hardenberg is in
dezen het zelfde gevoelen toegedaan als de heer Leyden;
ook hij laat den Rijnweg te beginnen bij de boerderij
Hanenburg naar de Laan van Meerdervoort afzwenken
en de Javastraat volgen154). Men vraagt zich met
eenige verwondering af, hoe twee zoo sterk uit elkaar
loopende opvattingen als de heeren Pabon en Leyden
voorstaan, bij een naar beider inzicht zoo belangrijken
ouden verkeersweg naast elkaar kunnen bestaan. Ware
öf de een óf de ander met dwingende bewijzen komen
aandragen, dan zou de beslissing, wie in deze aan
gelegenheid het gelijk aan zijn zijde heeft, niet moeilijk
vallen. Maar beider betoog is van zulke bewijzen ge
speend. De heer Hardenberg is het pas, die aan akten
materiaal den loop van den Rijnweg o.m. in de nabijheid
van Den Haag heeft trachten te bepalen. Maar zelfs hij
lijkt mij daarbij voor het oostambacht van Den Haag
niet ten volle geslaagd. Weliswaar beroept de heer
Hardenberg zich op de kaart van Cruquius van 1712
152) Jaarboek Die Haghe 19251'27, bl. 939 met een kaart,
waarop de loop van den Rijnweg naar opvatting van den schrijver
is aangegeven.
153) Haagsch Maandblad XIV 1937, Hoe oud is Den Haag?
154Jaarboek Die Haghe, 1942, bl. 112193; Fig. 6 daarin is
een schetskaart van de kuststreek met daarop aangegeven den loop
van den Rijnweg. Verg, vooral bl. 168 noot 1.