TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG 117 voor den loop in dit onderambacht, maar daar valt al dadelijk tegen in te brengen, dat de naam Rijnweg niet op bedoelde kaart in het oostambacht voorkomt. Voor de Javastraat vermeldt hij drie akten, waarvan er vol gens mij maar één op die straat betrekking heeft, nl. no. 365, terwijl no. 463 wel gegevens uit het oost ambacht bevat, maar wat den Rijnweg betreft, m.i. zoo min op de Laan van Meerdervoort als op de Javastraat betrokken kan worden. Ik breng ze beide later nog uitvoeriger ter sprake. Ten slotte wijst de inhoud van no. 745 zeer beslist naar het westambacht; bruikwaar van het Convent van Loosduinen als belendingen stelt dit buiten twijfel. De ten aanzien van den Wassenaar- schen weg aangehaalde akte slaat niet meer op Haagsch, maar op Wassenaarsch gebied. Dat er nu juist tusschen de westgrens van het oostambacht en het eind van den Denneweg bij de Mallemolen een kink in de kabel blijkt te zitten, wanneer men den loop van den Rijnweg in het oostambacht uit andere bronnen dan alleen de kaart van Cruquius en gegevens voor het oostelijke deel van de Javastraat (no. 365) tracht af te leiden, zullen de navolgende beschouwingen onmiskenbaar in het licht stellen. Ik ga thans meedeelen, wat ik aangaande den Rijnweg in het oostambacht van Den Haag heb kunnen opdiepen. Daarbij zal ik weer de bronnen laten spreken en trachten mij niet door vooroordeelen van het spoor te laten brengen. Om te beginnen wil ik eerst aantoonen, dat de Rijn weg oudtijds als verkeersweg in één adem genoemd werd met den weg, die van het dorp Loosduinen naar Den Haag leidde. In 1524 (1525) keurde het bestuur van Delfland: wijl de geest- en zaailanden tusschen Den Haag en Loosduinen door het berijden met wagens en paarden vernield en tot stuiflanden gemaakt werden,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 131