VER. „DIE HAGHE" IN DE JAREN 1940—MEI 1945
3
beurtenissen van dat tijdperk in onze gedachten terug
riep. Hetgeen in de nu doorstreden jaren over ons volk
en onze stad is gegaan was heel wat erger, ging heel
wat dieper dan het gebeurde in 1914 tot '18. Het ligt
voor de hand, dat velen hebben opgeteekend wat hen
overkwam, wat zij hoorden en zagen. Ons bestuur wil
trachten eenige van deze dagboekaanteekeningen ter
beschikking te krijgen om daaruit het verhaal te laten
samenstellen, dat een document voor ons Haagsche leven
in oorlogstijd zal moeten zijn. Ik zeg dat hier, opdat er
aan bekendheid gegeven worde en wellicht deze en gene
ook buiten onzen kring worde aangemoedigd om zijn aan-
teekeningen te onzer beschikking te stellen. Reeds heeft
de redactie zelve voor onze gebruikelijke Kroniek gere
geld aanteekeningen gemaakt uit de dagbladen. Maar
als wij even in onze gedachten terugroepen wat ons de
dagbladen vertelden, dan weten wij ook, hoeveel voor
een juiste kennis van het tijdvak daaraan nog ontbreekt.
Mag ik U een voorbeeld noemen, dan zult gij daaruit
tevens zien, dat ons Bestuur ook in het verborgen nog
wel iets heeft kunnen doen. Gij zult U herinneren hoe
reeds in het einde van 1940 de Duitsche eisch werd ge
steld, dat het tramverkeer op het Plein zou worden op
geheven en dat dus het eindpunt van de lijnen op Rijs
wijkDelft en WassenaarLeiden zou moeten worden
verlegd. De Directie van de H.T.M. moest aan dien
eisch toegeven en in overleg met Gemeentelijke autori
teiten werd besloten het tramverkeer naar het Lange
Voorhout te verleggen. Hoe zeer men zou kunnen in
stemmen met het denkbeeld, dat het oude statige Plein
en in verband daarmede de drukke Pooten en onze
mooie Vijverberg van de onrust van het tramverkeer
zouden worden verlost, de ruil om een der mooiste,
meest indrukwekkende en stemmige deelen onzer oude