TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG
127
171) Univ. Bibl. Leiden, Mus. Geogr. Bodellianum, port. 16,
no. 123. Verg, kaart no. Ill van deze bijdrage met toelichting.
172) Transp. Den Haag, inv.no. 474, f. 142, klapperno. 669,
15/9/1783. Philip Floris de Lille had in 1761 de woning Meerder-
voort en in 1763 de voormalige woning van resp. Goud, Van
Arckel en Doublet gekocht. (Transp. Den Haag, inv.no. 466,
f. 270v, klapperno. 174, 23/12/1761 en inv.no. 467, f. 154v, klap
perno. 565, 28/12/1763).
mer genoeg heeft Floris Balthasar dezen weg niet met
een naam belegd, doch het lijdt voor niemand, die zich
met den Rijnweg bezig gehouden heeft, twijfel, dat
althans het gedeelte van den weg west van het naar
Westerbeek gerichte duinpad met den Rijnweg identiek
is. Ongeveer van dit duinpad af laten echter zoowel de
heer Leyden als de heer Hardenberg den Rijnweg schuin
over het binnenduin afzwenken en ten slotte overgaan
in het pad, dat den zuidrand dier duinen volgende te
genover den verbindingsweg tusschen Denneweg (Mal
lemolen) en Scheveningschen weg uitmondt.
De voortzetting van den uit het Westland komende
Rijnweg heeft ongetwijfeld zoo bestaan als Floris Bal
thasar ze geteekend heeft, dus recht doorloopende naar
den Scheveningschen weg. Dit kan zoowel met behulp
van andere kaarten als door middel van schriftelijke
gegevens bewezen worden. Eerst zal ik de kaarten laten
spreken om daarna het woord aan de akten te laten.
Vooreerst valt er dan te wijzen op een met de pen
geteekend schetskaartje, dat weliswaar niet van een
jaartal voorzien is 171maar dat hoogstvermoedelijk
betrekking heeft op den koop van een stuk duin, het
welk in 1785 door den in dat jaar nieuw opgetreden
eigenaar van Hessenhof, den raadpensionaris Bleiswijk,
van den heer De Lille overgenomen werd 172Men ziet
op de kaart aangegeven de grenzen van de buitenplaats