DE HEER LEYDEN EN DE
128
en de juist
den Scheveningschen
het stuk duin zou het
de klingen („de weg
en
Zorgvliet en west van Zorgvliet een drietal woningen,
die volgens de kaart toen alle drie mede den heer
Bentinck, eigenaar van Zorgvliet, toebehoorden. De
meest westelijke van het drietal werd eerst in 1736 door
Bentinck gekocht (de twee andere resp. in 1706 en
1730), zoodat de kaart in elk geval den toestand van
1736 of later weergeeft. Ten zuiden langs deze woningen
is een pad geteekend, waarbij de naam „De oude Reyn-
weg” geschreven staat en wel tusschen de eerste en
de tweede woning van Zorgvliet af. Van elk der drie
hofsteden voert telkens een pad in meer of minder
schuine richting over de klingen. Halverwege daarop
zijn zij samengesmolten in één pad, dat dicht achter de
heining van Hessenhof heenloopend even voor de
woning van den heer De Lille op den weg uitkomt, die
tusschen Hessenhof en Vauxhall eenerzijds
genoemde woning anderzijds naar
weg leidt. Door den verkoop van
laatste gedeelte van het pad over
zoo als hy tegenwoordig loopt”) moeten vervallen
vervangen worden door een verder westelijk ontworpen
pad („om de weg weder zoo in order te brengen”).
Alles in aanmerking genomen lijdt het voor mij geen
twijfel, dat het schetskaartje geteekend is door iemand,
die van de plaatselijke toestanden daar uitstekend op
de hoogte geacht mag worden.
Geen van de schuin over de klingen strekkende
rijsporen kan op den naam Rijnweg bogen. Die naam
blijft uitsluitend bewaard voor het slag, dat als de oor
spronkelijke voortzetting van den Rijnweg beschouwd
dient te worden.. Het gebruik van de aanduiding „oude
Rijnweg” houdt op zich zelf nog niet in, dat er een
andere weg met den naam „nieuwe Rijnweg” zou
bestaan. Het behoeft niet meer te beteekenen dan dat