TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG
129
den heer-
dien tijd,
173) Arch. Delfland, inv.no. 1969.
gedeelte van
die oude Rijnweg voormaals een
weg Rijnweg uitgemaakt heeft.
In het park van het eigenlijke Zorgvliet van
waarvan de zuid- en de westgrenzen geteekend zijn,
vertoont de kaart geen détails van wegen of van de
Beek. De teekenaar laat aan de westzij den ouden
Reynweg tegen de heining van het landgoed eindigen.
Maar het is duidelijk, dat, wanneer de Rijnweg zich
oorspronkelijk tot den Scheveningschen weg toe voort
zette, het laatste stuk van zijn ouden loop binnen de
grenzen van het park Zorgvliet uit de tweede helft van
de 18de eeuw ingelijfd moet zijn geweest. Hoe dit
afknotten van den Rijnweg door Zorgvliet tot stand
gekomen is, wordt in het licht gesteld door vergelijking
van het schetskaartje uit 1783 met een oudere kaart in
Delflands archief 173Deze stamt uit den tijd vóór den
aanleg van den straatweg naar Scheveningen en even
eens vóór de omzetting van de hofstede, die Cats in
1643 kocht, in de door hem ongeveer 10 jaar later
nieuw opgetrokken woning. Naar mijn schatting geeft
ze dus den toestand van niet later dan het midden van
de 17de eeuw weer. Men ziet het terrein van het toen
malige landgoed ten zuiden door een weg begrensd, die
nog zijn vrijen loop naar den Scheveningschen weg
bezit. Het kan wel geen twijfel lijden, dat men in dit
stuk weg het uiteinde van den Rijnweg heeft te zien.
Er bestaat dan overeenstemming met de kaart van
Floris Balthasar van 1611, waarop men eveneens den
(daar ongenoemden) Rijnweg den zuidrand van de
vlakte van Segbroek ziet begeleiden tot aan den Scheve
ningschen weg toe. Het is bekend, dat het park van
Zorgvliet in den loop der jaren naar het zuiden en