DE HEER LEYDEN EN DE 132 178) Hypoth. Den Haag, inv.no. 489, f. 256, klapperno. 463 13/9/1544. Dit is de akte bedoeld door Mr. Hardenberg voor de Javastraat onder no. 463 (Jaarb. Die Haghe 1942, bl. 168, noot 1). inneren, dat de bedoelde woning het landgoed was, dat Cats een eeuw later, in 1643, kocht om er na de vele staatszorgen een rustigen en vredigen ouden dag te slijten. Nog in Cats’ eigen tijd zagen we op de kaart van ca. 1650 het terrein van Zorgvliet, wel te verstaan zonder de klingen, aan de zuidgrens begeleid van een weg, die, zooals boven door mij uiteengezet is, voor den Rijnweg gehouden moet worden. Met de banwatering kan in deze omgeving onmogelijk iets anders bedoeld zijn dan de Beek van Segbroek. Men behoeft zich slechts voor te stellen, dat de klingen tusschen het Heul- weitje, de Beek, den Rijnweg en het duinslag naar het zeedorp mede toen tot de bruik- of erfpachtswaar van de hofstede behoorden om west van de Beek den Rijn weg en bij het Heulweitje de Beek zelf als zuidgrens te zien optreden. Wat bij de hofstede van Jan Bruynsz. in 1540 de zuid grens uitmaakte, vormde in 1544 voor het bezit van de kort te voren weduwe geworden echtgenoote van Willem Goud de noordgrens178). Haar woning en landen strekten noordwaarts „met de beek tot den Rijnweg” en langs dien weg nog een eindweegs west op, terwijl aan de oostzijde de heerweg naar Scheve- ningen de grens was. Boven is aangetoond, hoe van dit bezit een strook langs den Scheveningschen weg tus schen de laan van de woning en de Beek bij de heul ter hoogte van het latere tolhek in het begin van de 17de eeuw door een nazaat van Gouds weduwe in erfpachtsrecht uitgegeven werd. De omschrijving van belendingen blijft meestal beknopt en globaal en daalt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 148