TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG 135 komen zonder den tol te passeeren. Die mogelijkheid bestond, zoolang de Rijnweg een openbare weg bleef; men kon dan namelijk door de laan van Doublet en achter de Beek om den Rijnweg bereiken en dien rechts inslaande op den straatweg uitkomen. De klingen in het Oostblok zullen wel niet afgezet zijn geweest en borden met Vrije wandeling verboden” er wel niet geprijkt hebben. Van Scheveningen naar Den Haag gaande zou men evenzoo den tol kunnen ontduiken na zich toch het gemak van den straatweg voor een gedeelte ten nutte te hebben gemaakt. Het eenige afdoende middel om het verkeer en vooral dan het wagenverkeer den pas af te snijden op dien omweg bestond in de opheffing van de verbinding tusschen den Rijnweg en den straatweg. Dit middel hebben de participanten dan ook werkelijk te baat genomen. De stuifdam aan de westzij van den straatweg werd zonder onderbreking doorgetrokken; de uitmonding van den Rijnweg in den straatweg was daarmee afgesloten en tot onbruik gedoemd. Maar het goede en overoude recht van het verkeer, dat uit het westen komende den Rijnweg benutte om Scheveningen te bereiken (en het zelfde gold natuurlijk voor het verkeer in tegengestelde richting) legde den deelhebbers in den straatwegaanleg de verplichting op om de verbinding tusschen den Rijnweg en het zeedorp via den straatweg te vervangen door een andere. Daarbij stelden de participanten als beginsel, dat het verkeer over dien anderen weg naar en van Scheve ningen van het gebruik van eenig deel van den straat weg (behalve in het zeedorp zelf) verstoken zou moeten zijn, wijl het niet aan den tol offerde. Aan den noord kant van den Rijnweg lagen echter eigendommen van partikulieren, teel- en weilanden, die den door- en over-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 151