TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG 137 10 tot verversching hage 182Daar is 152) Alg. Rijks Arch. Den Haag. 153) Arch. Delfland, inv.no. 1962/10. van het grachtwater in 's Graven- i een kaart bijgevoegd, waarop de in 1665 en 1666 gemaakte weg aangeduid is als de „oude weg na Scheveninge”. Met zekerheid valt derhalve uit te maken, dat „oud” hier geldt voor een eeuw oud. Niet steeds is de ouderdom van wat men oud heet, zoo afgepast te bepalen en zelden zal zoo sprekend aan den dag komen, dat „oud” in de geschiedenis van een weg een zeer betrekkelijk begrip kan zijn. Want het merk waardige verschijnsel doet zich voor, dat deze „oude” weg tevens de nieuwste weg naar Scheveningen was. Hij was immers ettelijke eeuwen jonger dan het voor malige duinpad tusschen Den Haag en Scheveningen en nog even jonger dan de straatweg van Huijgens. In een verslag over de inspectie van de schutpalen der graaflijkheidswildernis van October 1666 spreekt de landmeter van hem dan ook als van het „nieuwe slagh na Scheveningen”, waaruit tevens te zien valt, dat hij toen in beginsel reeds aanwezig was183). Ik acht het een gelukkige omstandigheid, dat ik de geschiedenis van dezen „ouden” weg op het spoor ben kunnen komen, voordat het etiket Karolingisch of zelfs Romeinsch er aan gehecht is kunnen worden. Op dezen weg althans behoeven de oudheidkundige topografen hun fantasie niet meer bot te vieren! Na deze uiteenzetting over het dichtstoppen van den Rijnweg aan zijn uitmonding in den Scheveningschen weg rijst vanzelfsprekend de vraag, hoe het landgoed Zorgvliet daarbij voer. De naaste en bekwaamste toe gang daarheen zou immers over den straatweg en het begin van den Rijnweg geleid hebben. De door de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 153