TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG 139 188Arch. Delfland inv.no. 1969. Deze kaart is boven reeds ter sprake gebracht. ningen, gelijk men dien op de kaart van J. Vreeburg uit 1773 aangegeven ziet. Daarentegen is het vermoeden alleszins gewettigd, dat de zinsnede „ende verder door de duijnen” juist op den laatste slaat, d.w.z. op het stuk van den nieuw ontworpen achterweg tusschen den Rijn weg en het dorp Scheveningen, waarmee nevens anderen ook de eigenaars van Zorgvliet gebaat waren om naar het zeedorp en het strand te komen. De beloofde weg zou volgens deze gegevens van Zorgvliet in de richting van Den Haag ongeveer zoo geloopen moeten hebben als de weg, die op de kaart van Delfland 188achter de Beek geteekend staat. Het is niet uitgesloten, dat men in hoofdzaak het zelfde tracé gevolgd heeft, maar alleen het slag verbreed en beter in orde gemaakt heeft. Doch tevens werd den heer van Carnisse toegestaan een vrijen uitweg te maken over een hoekje van het weitje van de weduwe van Gerrit Cornelisz. buiten of bezuiden het tolhek. Dit weitje is het ons reeds bekende Heulweitje van de familie Vinckesteijn. De kosten voor dezen uitweg zouden geheel voor rekening van de eigenaars van Zorgvliet komen, daaronder begrepen het bedrag, dat aan de weduwe voor het in eigendom afstaan van het hoekje ten behoeve van genoemde eigenaars bij taxatie zou worden toegewezen. Met het verkrijgen van dezen uitweg zat natuurlijk de bedoeling voor om den afstand door het duin zooveel mogelijk te besnoeien. Het is mij echter niet gebleken, dat de verkoop van het hoekje gronds werkelijk tot stand gekomen is. De eigenaar van Zorgvliet heeft een tijd lang zijn buitenplaats niet anders kunnen bereiken althans van de Haagsche

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 155