TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG
141
1S1) Verg, kaart no. IV.
aandacht te vestigen op nog een ander duinslag, dat
men op de kaart van Cruquius van 1712 ontwaart. Het
loopt van de noordpunt van het Huibert Wouters-laantje
door het duin en over de Oude Wei naar het zeedorp
zonder met den straatweg eenig punt van aanraking te
hebben. Het laat zich gissen, dat dit pad een tegenhan
ger is van den zoo even behandelden weg en wel voor
het verkeer aan de oostzij van den tolweg. Beide ver
vullen dan de rol van „geldelooze” paden. Hoe en wan
neer het oostelijke pad tot stand gekomen is, bleef mij
tot nu toe onbekend.
Met het in de bovenstaande regelen geleverde over
zicht zijn de mij bekende gegevens over het gebruik van
den naam Rijnweg in het oostambacht van Den Haag
uitgeput. Uit het westen komende eindigde, zooals ik
meen bewezen te hebben, de genoemde weg bij Zorgvliet
aan den Scheveningschen weg. Zijn aanwezigheid on
middellijk oost van het einde van den Denneweg werd
ons een paar maal in akten geopenbaard. Verder is
gebleken, dat de weg van Schuddegeest (Javastraat)
tusschen het einde van den Denneweg en den Scheve
ningschen weg noch het begin van de Laan van Meer-
dervoort aanspraak kunnen maken op den naam Rijn
weg 191Onder die omstandigheden ligt de gevolgtrek
king voor de hand, dat de Rijnweg, waarin men toch
wel gaarne een oorspronkelijk doorloopende weg wil
zien, een schakelstuk gehad zal hebben tusschen zijn
uitmonding aan den Schev. weg en het uiteinde van den
Denneweg. De voorstelling van Pabon, dat de Rijnweg
voorbij Zorgvliet zijn richting nagenoeg onveranderd
voortzette tot in den Waalsdorper achterweg, bevredigt
om een dubbele reden niet. In de eerste plaats houdt hij