VER. „DIE HAGHE” IN DE JAREN 1940—MEI 1945 5 zoolang de protocollen toegankelijk waren en de brand- stofvoorziening archiefwerk toeliet is met erkentelijkheid te constateeren. Dit werk toch, dat door onze Vereeni- ging nu reeds sedert ruim 30 jaar onafgebroken wordt verricht, is voor allen die de geschiedenis van Den Haag beoefenen of die om andere redenen het Gemeente archief raadplegen van zeer bijzondere beteekenis. Het maakt een uiterst belangrijke bron van gegevens, waar van de raadpleging door zijn omvang omslachtig en zeker zeer tijdroovend zou zijn, vrij gemakkelijk toegan kelijk. Weliswaar zal men zich tot de 17de eeuwsche protocollen beperken en blijft de 18de eeuwsche reeks vooralsnog onbewerkt, maar het lijdt geen twijfel, dat de 17de eeuwsche notarieele acten het in beteekenis van de 18de eeuwsche winnen, terwijl bovendien voor dit latere tijdperk nog weer meer andere bronnen toeganke lijk zijn. Het is te hopen, dat wij in de komende jaren dezen nuttigen arbeid zullen kunnen voortzetten, en daarvoor de steun der Gemeente zullen blijven behouden. Als ik spreek over de komende jaren en denk aan het lot en de taak van Die Haghe, dan verwacht ik daar van nog heel wat. Maar vóór ik daaromtrent nog enkele gedachten onder uw aandacht breng, moet ik nog eenige oogenblikken verwijlen bij het verleden, of liever bij het geen wij in deze jaren moesten verliezen. Voor de Hagenaars, die hun stad liefhebben en voor al voor de leden onzer Vereeniging, die zich die liefde bewust zijn en die haar grondvesten ook op het histo risch rijk verleden der stad en op het vele, dat zij ons nog uit dat verleden verhalen kan, voor hen is er reden voor droefenis: hoe ernstig heeft de oorlogsellende onze stad geschonden! Ik denk daarbij niet in de eerste plaats aan hetgeen er met het kwartier bij het Stadhoudersplein en bij de Sportlaan is gebeurd, of aan de ramp van het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 15