DE HEER LEYDEN EN DE 162 20c) Arch. Delfland, inv.no. 2329, 6/10/1651. 207) Jaarb. Die Haghe 1925/27, bl. 273. verschafte door het wegzakken te belemmeren. Eén ding staat in elk geval vast: de grond van Schuddegeest heeft althans plaatselijk steeds met waterbezwaar te kampen gehad. Bijkans 300 jaar geleden, toen de afzandingen in dit gebied nog lang niet voltooid waren, had de toenma lige eigenares van Schuddegeest, Adriana Hanneman, weduwe van Jacob van de Wiele van de Werve, over last van water op haar grond. Zij verzocht in 1651 aan het bestuur van Delfland het water uit een zijp, die zich op haar terrein bevond en door een schapenstal zijn weg moest vinden, door een bekwame sloot naar de Beek te mogen afleiden. Dit werd haar toegestaan, „mits dat de affsepelinge ende affwateringe van de duynen ter plaet- sche voors. nijet en werde verhindert” 206). In lateren tijd, in de 19de eeuw, toen de hooge geestgronden aldaar geheel geslecht waren, drong De Bergh in zijn Haagsche Pennekrassen aan op het draineeren van het Alexander- veld, dat volgens hem 300 van de 365 dagen van het jaar onder water stond. „En nog staat” voegt een schrij ver er aan toe, die dit 40 jaar later uit De Berghs ge schriften aanhaalt 207Uit mijn eigen jeugd, die in den tijd viel, waarin de Penkrassen in het licht verschenen, herinner ik mij, hoe het Alexanderveld of -plein ’s win ters één groote ijsvlakte was, waar de kinderen uit een oogpunt van gevaar voor verdrinken veilig konden rond zwieren wegens de ondiepte van de plas. Het ijs had steeds een groezelige, vuile tint door de er in opgesloten en er op gestoven fijne zanddeeltjes. Het is nu mijn vermoeden, dat men bij de stichting van het kasteel in Die Haghe gemeend heeft op het terrein van Schuddegeest bij aangraving voldoende water te

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 179