VERSLAG OVER DE LOTGEVALLEN DER
8
ons mogelijk
smaak hier een oplossing vinden, die het
maakt ons met het verlies te verzoenen.
Doch tlthans voor het nu levende geslacht zal
wat aan de Boschjes en vooral wat aan het Bosch mis
dreven is, nauwelijks hersteld kunnen worden. Boomen
groeien niet snel en ook al ware dat zoo: het eigen
karakter van beide is zóó zeer aangetast, dat het de
vraag is of dat ooit hersteld zal kunnen worden. Voor
de Boschjes is een mogelijkheid van een opener be
groeiing en ruime parkaanleg, met meer water en men
zal daar wellicht heel dankbaar voor zijn, maar onze
lommerrijke Boschjes krijgen wij toch wel niet terug!
En wat de consequenties zijn voor het gehalveerde
Haagsche Bosch, waarvan juist het zoo karakteristieke,
en welbeminde vijvergedeelte verwoest is, is moeilijk
thans nog te voorzien. Wie treurt niet die voor zich een
herinnering oproept aan het kostelijk wintertafereel van
de ijsbaan vol menschen, midden onder het hooge hout?
Dat was een Haagsch schouwspel, daar ontmoette
men op een Zondagmorgen, schaatsrijdend of toeziend als
wandelaar, „heel Den Haag”. Als wij daaraan denken,
aan de bekende figuren, die wij op straat ontmoetten,
dan ook zal het blijken, dat wij velen niet zullen terug
zien. Dit is niet in alle gevallen het gevolg van den oor-
lag, ook het voorbijgaan van de jaren heeft daaraan een
belangrijk deel, al wil deze gedachte ons niet verlaten,
dat de zwaarte der oorlogsjaren, de zorg vooral over het
lot van land en volk velen eerder van ons heeft doen
heengaan dan anders misschien het geval zou zijn ge
weest.
Onder de politieke figuren zullen wij Colijn missen,
Limburg, Van Karnebeek, bekende leden van onzen Ge
meenteraad als Joëls en Lou de Visser, beiden oorlogs
slachtoffers, dit waren ook de predikanten Van den