's GRAVENHAGE IN 1814
177
percentage daar men het getal der gebouwen in Den
Haag op ongeveer 8000 kan schatten. Het bestuur van
Den Haag werd door Franschgezinden gevoerd, vele
goed vaderlandsche ambtenaren waren uit hun bedie
ning ontzet, Fransche wetten en reglementen golden,
Fransche ambtenaren deelden in laatste instantie de
lakens uit. De bezittingen van het Huis van Oranje
waren verbeurd verklaard; de Fransche autoriteiten
hadden de door hen in beslag genomen huizen van
publieke gelden met weelde ingericht en gemeubeld.
Het beroemde Haagsche Bosch had groot gevaar ge-
loopen te worden omgehakt, maar het was tenslotte
met een beroep op de acte van redemptie, die het
behoud voor altijd waarborgde, nog gered kunnen
worden. De stad was stil zonder verkeer; de bronnen
van welvaart stroomden niet meer. Ook Scheveningen
was door het stagneeren van de visscherij tot armoede
gebracht.
Nadat de onafhankelijkheid zoo gelukkig en betrek
kelijk zoo pijnloos en gemakkelijk was herwonnen, moest
dus ook in de stad, die weer als van ouds residentie
en regeeringscentrum was geworden, veel worden her
steld en veel worden opgebouwd.
Wat de archieven van 's Gravenhage mededeelen
over hetgeen door het stadsbestuur tot het einde van
het jaar 1814 in verband met de buitengewone tijds
omstandigheden is verricht en met welke extra-ordinaire
zaken dit bestuur gedurende het eerste jaar der her
wonnen onafhankelijkheid bemoeienis heeft gehad, moge
hier in het kort vermeld worden. Het zal blijken niet
veel te zijn, minder dan men zou verwachten. Mag
daaruit de slotsom getrokken worden, dat de omstandig
heden toch minder abnormaal geweest zijn, dan wij nu
zoo gaarne geneigd zijn aan te nemen? In zekeren zin