'sGRAVENHAGE IN 1814 179 organiseeren van een leger, dat de Franschen definitief van het Nederlandsche territoir zou kunnen verwijderen, wat eerst einde Mei na de capitulatie van Delfzijl het geval was, en dat zou kunnen meewerken tot den val van den gehaten dwingeland Napoleon. Bij het tot stand brengen van deze beide zaken en vooral het laatste heeft het Stadsbestuur natuurlijk moeten meehelpen. Ten Stadhuize was reeds in November 1813 een kist geplaatst, waarin de burgerij vrijwillige giften kon deponeeren ten bate van het vaderland, waaronder speciaal te verstaan was ten behoeve van het op te richten leger. De opbrengt was niet overweldigend en duidt wel aan, dat Den Haag geeenszins meer de plaats met zoovele vermogende inwoners van weleer was, al ontkomt men niet aan den indruk, dat geringe scheutig heid der Hagenaars hier ook een rol moet hebben gespeeld. Toen de kist op 18 Januari werd weggenomen, bleek zij in totaal f 12.788,te hebben opgeleverd. Een getal dat voor een stad van 42.000 inwoners niet indruk wekkend is, gezien het groote vaderlandsche doel. Toen in Juni gelden werden bijeengebracht met veel beperkter bestemming, nl. ten behoeve van de burgerij van Woer den, de plaats die zoozeer van de Franschen te lijden had gehad, kwam op enkele stuivers na f 5.900,bij het Stadsbestuur in. Maar in Woerden hadden de Hagenaars meegevochten en verscheidenen waren er gesneuveld. Het is dus menschelijk verklaarbaar, dat dit doel velen nader aan het hart lag. Op voorbeeld van andere Hollandsche steden besloot de Raad, nadat hij op Nieuwjaarsdag ’s middags om 12 uur en corps door den Prins in audiëntie was ont vangen, in zijn eerste werkvergadering op 3 Januari om aan den Souvereinen Vorst namens Den Haag veertig gemonteerde en geëquipeerde ruiters of in de plaats van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 196