s GRAVENHAGE IN 1814 185 geweest. Er bestond De regeering had, onmiddellijk nadat zij de verant woordelijkheid voor het bewind op zich had genomen, vrijwilligers voor het leger gevraagd. Reeds op 20 No vember was men daar in Den Haag mee begonnen. Maar daarnaast bleek, uitvloeisel van den nieuwen tijd, een beperkte dienstplicht, om het gehate woord conscrip tie liever niet te gebruiken, noodig. Dus werden ten be hoeve van de volkswapening alle mannen van 17 tot 50 jaren van stadswege geregistreerd, wat in Februari ge schiedde. Zij zouden in den wapenhandel geoefend en voor den z.g.n. landstorm bestemd worden. Uit hen werd zoo mogelijk door vrijwillige aanmelding maar desnoods door loting de landmilitie gevormd, waartoe alleen man nen beneden de 45 jaren konden behooren. Deze land militie was met het vrijwillige beroepsleger de eigenlijke militaire macht van den staat en zij moest in voorkomend geval te velde trekken. De landstorm bleef bestemd voor plaatselijke verdediging. Door het Provisioneel Bestuur werd de oprichting van een corps vrijwillige jagers en een corps cavalleristen aangemoedigd en verder werd krachtige medewerking verleend aan de inrichting van en de loting voor de land militie. Nederlanders zouden geen Nederlanders zijn als deze gedwongen dienstplicht bij hen populair zou zijn geweest. Er bestond voor dezen dienst weinig animo en 13 vinden. De stadsrekening over dat jaar begint met een batig saldo over 1813 van f 21.292,terwijl zij eindigt met een overschot ten bedrage van f 34.834,83. Dus hadden de uitkomsten de uitgaven nog met ruim f 13.500,overtroffen. Dit resultaat kon natuurlijk al leen verkregen worden, doordat de genoemde achter stand bij deze berekeningen geheel buiten beschouwing was gelaten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 202