'sGRAVENHAGE IN 1814
192
Want men trachtte, hoeveel sinds 1795 veranderd
was en hoezeer men immers het oude niet terugwenschte,
toch in sommige opzichten wel degelijk het oude te
herstellen.
Reeds op 2 Januari b.v. werd door het Provisioneel
26 October door den President van het Provisioneel
Bestuur werd beëedigd.
De nieuwe schutterij trad het eerst op toen den
2en April, dus juist drie weken na haar installatie, de
Prins plechtig zijn intrede deed in Den Haag nadat hij
te Amsterdam na de afkondiging der nieuwe Grondwet
op haar den eed als Souverein Vorst had afgelegd.
Zij trad toen reeds in volledig uniform en gewapend op
en dat dit op prijs werd gesteld, blijkt uit het feit, dat
op 4 April op het Plein namens den Vorst aan alle
schutters een gedenkpenning van de inhuldiging werd
uitgereikt, speciaal bedoeld als blijk van erkentelijkheid
voor de verwelkoming van den Prins, wiens aandacht
het niet was ontgaan, dat de schutterij in zoo korten tijd
reeds zoo keurig uitgerust en eenigszins geoefend was
geweest.
Op 21 Juli werd de schutterij ontheven van den haar
opgedragen garnizoensdienst en op dien datum betuigde
de Colonel aan de mannen de tevredenheid van Z.K.H.
over de wijze waarop deze dienst was waargenomen.
De reden der ontheffing was, dat thans een volledig
garnizoen in Den Haag was „ingerukt”.
In Augustus besteedde de stad f 600,voor vier
koperen trommen ten gebruike van de schutterij; een
maand vroeger had men blijkbaar tevergeefs
gepoogd de geweren terug te krijgen, die de vroegere
schutterij ten tijde van het Fransche bewind had moeten
afgeven.