s GRAVENHAGE IN 1814 193 Bestuur de mogelijkheid van herstel van het Pest- en Dolhuis overwogen, den volgenden dag werd de aloude impost op het gemaal weer ingevoerd, terwijl den 4en Januari voor de impost op hout, turf, kalk en kolen hetzelfde werd besloten. Op 20 Januari trad ook het Patentrecht weer in werking. In Februari werd even eens een en ander van het oude hersteld. Zoo werden aan de agenten van politie en aan de leeraren van de Latijnsche school op hun verzoek de vroeger door der gelijke functionarissen genoten salarissen weer toege kend, terwijl ook de „Plaatselijke Commissie van geneeskundig toeverzigt” haar werkzaamheden hervatte; zij werd op 8 Maart geconstitueerd. Uiterlijk teeken van de terugkeer van oude toestanden was eveneens het besluit, dat de prijzen van de Latijnsche school als voorheen weer in kalfsleeren banden met groene linten gebonden zouden worden en dat op 28 Mei werd be paald, dat voortaan de veertiendaagsche staten der marktprijzen in „Hollandsche maten, gewigten en speciën” berekend zullen moeten worden. Nu weer een schutterij in functie was getreden moest zij een tehuis hebben. Daartoe wees de Raad op 27 April den St. Sebastiaansdoelen aan den Korte Vijverberg aan, die van ouds de Haagsche schutterij had ge herbergd. Het spreekt wel vanzelf, dat ook het streven voorzat de sedert 1795 om politieke redenen ontslagen ambte naren en beambten, voor zoover ze nog leefden en in die negentien jaren niet te oud waren geworden, in hun functies te herstellen. Hun aantal kan bij het toen maals nog zoo geringe corps stedelijke functionarissen niet groot geweest zijn. Inderdaad leest men in de stukken dan ook slechts van betrekkelijk weinig zoo danige gevallen. De meesten waren sedert 1795 reeds

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 210