'sGRAVENHAGE IN 1814 196 worden. Reeds op 17 Januari, nadat aan Z.K.H. juist een week te voren op de audiëntie, die hij, zooals wij reeds zagen, den Raad toestond het vorengenoemde raadsbesluit was meegedeeld, kwam bij het Provisioneel Bestuur bericht in, dat de heer A. J. C. Lampsins was aangewezen om wegens den Prins met de stad te onder handelen over de overneming van de ter dispositie van Z.K.H. gestelde bibliotheek. Op 4 Mei had de over dracht plaats nadat op 21 April de financieele liquidatie was geschied. De bibliotheek beschikte n.l. over een eigen kapitaal, dat f 82.300,bedroeg en natuurlijk eveneens werd overgedragen. Van stadswege werd verder gezorgd, dat ten gerieve van het vorstelijk gezin in de vier kerken, waarheen de Prins en de zijnen zich geregeld begaven, nl. de Groote, Klooster, Nieuwe en Fransche Kerk weer gestoelten voor de Prinselijke familie werden opgesteld. Zij kostten de stad f 2.182,welke gelden achter naar de rekening van 1815 werden overgebracht. Wat als hoogst merkwaardig treft bij het doorlezen der uit 1814 stammende archivalia en kranten is het feit, dat al waren ,,de Franschen” en vooral Napoleon fel gehaat en werd aan dezen haat door schimpdichten en gepeperde uitdrukkingen rijkelijk uiting gegeven, toch lang niet tegen al wat Fransch was tegenzin bestond. Wanneer men de 's Gravenhaagsche kranten van de eerste week na de omwenteling doorbladert, treft men b.v. op 22 November een advertentie aan waarin gewag wordt gemaakt van een „keizerlijken notaris”, terwijl zoowel op 20 als op 22 November uitvoerige in het Fransch gestelde verslagen over Fransche tooneelvoor- stellingen werden opgenomen. Op 23 November wordt nog plaats ingeruimd voor de slaafsche toespraken door

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 213