OP DE LANGE VIJVERBERG
207
Holland. Hij trouwde
van Philip de Bourbon
van
meer was 1570 lid der Staten van
Anna de Bourbonnois, dochter
nois uit Mechelen en van Jacoba van Teijlingen. Op
19 Augustus 1570 werd hem door de Rekenkamer con
sent verleend om zeker keldertje en een stuk land achter
zijn huis op de Vijverberg te mogen gebruiken en om
palen in de vijver te mogen slaan om daaraan een
„houwer" voor het bewaren van visch, een soort visch-
bun dus, te mogen leggen, tegen een recognitie van
4 grooten Vlaemsch. Zijn zoon Jacob stierf als jonge
man en diens zuster Sandrina werd erfgename van
Benthuijsen en Soetermeer en waarschijnlijk ook wel
van het huis op de Vijverberg. Zij was getrouwd met
Gerrit Oem van Wijngaerden, president van den Hove
van Holland. Zij overleed in 1594 en hij 1598. Het is
hun dochter Emerentia Oem van Wijngaerden, die wij
in het transport van 1603 als eigenares van het huis
aantreffen. Van de andere twee daarin genoemde voog
den, is Bruijninck Oem van Wijngaerden, ambachtsheer
van ’s Heeraertsbergen en rentmeester van Zeeland
beooster-Schelde een broeder van haar vader, Hiero-
nimus van Tuijl van Serooskercke, heer van Popjesberg
bij Middelburg, gehuwd met haar zuster Hendrica, die
reeds in het zelfde jaar 1603 overleed. Op pag. 25
constateert Mej. van Diepen, dat niet gevonden is wie
na Cornelis de Jonge van Ellemeet eigenaar wordt van
het perceel. Het cohier van het asch en vuilnisgeld van
1727/28 verschaft daarin echter licht, daar dit vermeldt:
„de Vrouwe van Ellemeet, nu de Heer van Boetzelaer”.
Jacob Godefroi, des H. R. Vrijheer van Boetzelaer, heer
van Nieuwveen, werd geb. Den Haag 22 April 1680, was
Baljuw en Schout van Den Haag, president van gecom
mitteerde raden, grootzegelbewaarder, Stadhouder van
de Lenen van Holland en Bewindhebber der O.I.C. Hij