OP DE LANGE VIJVERBERG
209
1561 (verg.
W. het huis van Benthuijsen. Het perceel is belast met
75 Car. gl. ’s jaars toekomende den heer van Warmond.
No. 5.
Blijkens het hofboek van 1561 (verg. Die Haghe
1946, pag 29) was dit huis in het bezit van Reijer van
der Does, rekenmeester. Als zoodanig komt het ook
voor als de O. belending bij het transport van 26 Juni
1562 en 20 Maart 1565, hierboven (No. 4.) vermeld.
De transportacte van 9 Januari 1570 door Mej. van
Diepen hierbij aangehaald, kan onmogelijk op dit huis
betrekking hebben. Immers, in de eerste plaats was van
der Does reeds zeker meer dan negen jaar eigenaar van
dit perceel, maar tevens moet de acte, zoowel blijkens
de namen der verkoopers, de erfgenamen van Mr. Bal
thasar van Hooglande en Maria Pieter Plumeonsdr. als
de daarin vermelde belending aan Heijndrick Messing,
betrekking hebben op No. 10. waar wij er nader op
hopen terug te komen.
Bij transporten van het O. gelegen perceel (No. 6.)
vinden wij Reijer van der Does nog vermeld als belen
ding op 18 Mei 1580, 18 Juni 1583, en zijn weduwe op
20 Februari 1598 en 25 November 1599. Een transport
van het huis aan Mr. Cornelis Cuijck is niet te vinden,
mogelijk is het door vererving aan hem gekomen. Hoe
dit zij, reeds spoedig moet hij zijn overleden, want bij
het transport van het W. gelegen perceel (No. 4.) door
de erfgenamen van Pieter van Persijn aan Gaspar van
Vosbergen op 25 Mei 1619 komen als O. belending
voor: de weduwe en erfgenamen van wijlen Mr. Cor
nelis Cuijck, advocaat voor den provincialen raad.
No. 6.
Hoorde dit huis volgens het hofboek van