DE GESCHIEDENIS VAN DE HUIZEN 220 Diepen de dood erf waar voornoemde weduwe het laatst gewoond heeft. De twee staende veiinsterkens neffens der aerde in een kelder in het huijs daer Mr. Heijndrick Messing nu ter tijt inne woont” mogen niet worden betimmerd. De vermelding, dat Maria Plumeonsdr. in dit huis gestorven is, welke ook in het transport van 3 Juni voorkomt en de belending met Hendrick Messing doen zien dat dit een eerder transport van hetzelfde huis moet zijn, het welk om de een of andere, ons onbekende reden, geen effect heeft gekregen. Tusschen 1570 en 1580 moet een overgang hebben plaats gehad van Mr. Johan Lezaen op Mr. Dirck van de Nijenburch, die wij 28 December 1580 als O. belen ding van het huis No. 9b vermeld vinden, bij het trans port door de erfgenamen van de weduwe Adriaen Brasser aan Mr. Dirck van der Does. Dan volgen we het verhaalde door Mej. van tot pag. 116, waar zij vermeldt, dat in 1736, na i van den eigenaar, Pieter van Leijden van Leeuwen, heer van Vlaerdingen, ook het huis verkocht zou zijn. Hier heeft een ontsporing plaats, want acht regels lager geeft zij als belending van het huis, dat volgens haar het onderhavige perceel zou zijn, en dat 1 Mei 1739 door Jan Gevaert aan Govert van Slingelandt getranspor teerd wordt, op: belendt ten O. Manuel Suasso, ten W. de erfgenamen van den heer van Vlaerdingen. Deze belendingen reeds doen zien, dat wij hier te doen hebben met een transport van No. 11. Het huis No. 10 was en bleef in handen van de erfgenamen van den heer van Vlaerdingen. Pieter van Leijden van Leeuwen, heer van Vlaer- dingerambacht, had uit zijn huwelijk met Alijda van Ruijtenburgh, vrouwe van Vlaerdingen een dochter Alijda Johanna Adriana (geboren 28 April 1697, over-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 239