DE GESCHIEDENIS VAN DE HUIZEN
224
Journaal Constatijn Huygens de zoon, dl. I, p. 241.
door het gerecht dier stad geordonneerd tot curator
over zijn boedel, het huis aan de Vijverberg transpor
teert aan „Joffrouwe Elysabeth van Egmond, weduwe
Jonkheer Frederick van Zeventer”.
Dan volgen wij het verhaalde bij Mej. van Diepen
(Jaarboek Die Haghe 1946, pag. 49) tot waar het
tezamen met No. 13 (bij Mej. van Diepen No. 14) in
het bezit komt van Bonifacius van Vrijbergen. Deze
had uit zijn huwelijk met Elizabeth van der Haer een
zoon en twee dochters, van wie de eene, Maria twee
dagen voor haar vader, op 8 November 1690 overleed
en gelijk met hem begraven werd. De andere dochter
Cornelia was toen kort te voren in het huwelijk getre
den met Mr. Diederick Vleugels, advocaat-fiscaal van
den Raad van Braband. Dat dit huwelijk niet naar de
zin der ouders was, leert ons het journaal van de jonge
Constantijn Huygens4), die in Engeland, waar hij als
secretaris van Willem III verbleef, aanteekende op
Maandag 6 Maart 1690: ,,Uyt den Haegh schreef
men... dat den Advocaet Vleugels met de oudste joffer
Vrijbergen, dochter van Bonifacius troude, tegens haer
ouders zin.”
Zij was trouwens niet de eenige uit dit gezin, die haar
ouders een ongewenschte huwelijkscandidaat voorzette.
De correspondentie van een ander lid van de familie
Huygens, Susanna, met haar in Parijs vertoevende
broeder Christiaan, leert ons omtrent het huwelijk van
de zoon Marius Dibbout, die 23 Mei 1657 te Tholen
was geboren en eerst advocaat voor het Hof van Hol
land, daarna extra ordinaris en vervolgens ordinarisraad
in den Raad en Leenhove van Braband was, tal van